De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of bij de bepaling van de eigenwoningreserve rekening moet worden gehouden met de waardering van een verhuurde woning in box 3.
De belastingplichtige heeft een eigen woning en gaat deze woning verhuren. Dit is een gebeurtenis waardoor de woning niet langer als eigen woning wordt aangemerkt. Op grond van artikel 3.119aa, vierde lid, eerste zin, van de Wet IB 2001 is dan sprake van een vervreemding. Op het moment van vervreemding moet op grond van artikel 3.119aa, eerste lid, Wet IB 2001 de eigenwoningreserve worden vastgesteld. De woning valt vanaf dat moment op grond van artikel 5.3, eerste en tweede lid, onderdeel a, Wet IB 2001 in box 3. Doordat de verhuurde woning onder de huurbescherming valt, wordt bij de waardering van de verhuurde woning in box 3 op grond van artikel 5.20, derde lid, Wet IB 2001 juncto artikel 17a, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 de WOZ-waarde van de woning vermenigvuldigd met de leegwaarderatio.
Vraag
Moet bij de bepaling van de eigenwoningreserve rekening worden gehouden met deze waardering van de woning?
Antwoord
Nee.
Geef een reactie