De Kennisgroep belastingplicht & kwalificatie rechtsvormen heeft de vraag beantwoord of een stichting met een monistisch bestuursmodel (one tier board) kan worden aangemerkt als kwalificerende aandeelhouder in de zin van onderdeel 6.2.4 van het besluit van 25 november 2019, nr. 187751.
Om voor de zorgvrijstelling in aanmerking te komen, moet onder meer worden voldaan aan de winstbestemmingseis (artikel 5, eerste lid, onderdeel c van de Wet Vpb 1969 juncto artikel 4 Uitvoeringsbesluit vennootschapsbelasting 1971). Het beleid hierover is opgenomen in het besluit van 25 november 2019, nr. 187751. In onderdeel 6.2.4.1 van het Besluit zijn voorwaarden opgenomen waaraan een stichting moet voldoen, voor deze als kwalificerende aandeelhouder van een zorg-bv kan worden aangemerkt. In de voorwaarden 3 en 6 wordt gesproken van een onafhankelijk toezichthoudend orgaan. Uit de tekst van deze voorwaarden lijkt te volgen dat hieraan niet kan worden voldaan bij een monistisch bestuursmodel (one tier board), met uitvoerende en toezichthoudende bestuursleden.
Vraag
Kan een stichting met een monistisch bestuursmodel (one tier board) worden aangemerkt als kwalificerende aandeelhouder in de zin van onderdeel 6.2.4 van het Besluit?
Antwoord
Ja, mits aan de toezichthoudende (niet-uitvoerende) bestuurders binnen een monistisch bestuursmodel conform onderdeel 6.2.4.1 van het besluit dezelfde taken en bevoegdheden toegekend worden, als de taken en bevoegdheden die toekomen aan toezichthouders binnen een dualistisch bestuursmodel met een Raad van Toezicht. Of sprake is van voldoende onafhankelijkheid tussen de toezichthoudende en de uitvoerende bestuurders moet per casus worden getoetst door de competente inspecteur, op basis van de feiten en omstandigheden.
Geef een reactie