Als de eigenaar van een bestelauto een (houten) zitbank klemvast aanbrengt in deze auto, is deze auto geschikt voor personenvervoer. Uit een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden blijkt dat de auto dan misschien niet meer kwalificeert als een bestelauto voor de motorrijtuigenbelasting. Zo’n situatie kan leiden tot een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting.
In de zaak voor het hof had de Belastingdienst geconstateerd dat in de bestelauto van een ondernemer een houten L-vormige bank klemvast en met een passende uitsparing was gezet. De inspecteur meende dat het tussenschot van de bestelauto was aangepast of dat de bank op maat was gemaakt voor de auto. Hoe dan ook stelde hij dat de auto nu geschikt was voor personenvervoer en niet meer kwalificeerde als bestelauto, maar als personenauto. De ondernemer was het daar niet mee eens. Hij stelde dat de bank niets meer was dan een tuinbank die hij in een tuincentrum had gekocht. Hij kon echter geen factuur van dat tuincentrum overleggen, zodat het hof hem niet gelooft. De man had evenmin foto’s gemaakt die beter waren dan de foto’s van de Belastingdienst. Het hof is het eens met de fiscus dat de auto geschikt voor personenvervoer is geworden. Dat de bank geen kussens of gordels bevat, doet daar niets aan af. De auto kwalificeert sinds de plaatsing van de bank als een personenauto, zodat de inspecteur terecht motorrijtuigenbelasting heeft nageheven.
Wet: art. 2, onderdelen b en c en 3 Wet MRB 1994
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 september 2018 (gepubliceerd 7 september 2018), ECLI:NL:GHARL:2018:7885
Geef een reactie