Minister Koolmees geeft een terugkoppeling van de expertmeeting over de gevolgen van de herziening van Verordening coördinatie sociale zekerheid voor grensarbeiders en van het gewijzigde UWV-beleid naar aanleiding van het arrest Vester.
De focus lag op de gevolgen van de mogelijke herziening van de coördinatieverordening voor grensarbeiders. Uitgangspunt voor de bespreking vormde het voorlopig akkoord van 25 maart 2019. Het is op dit moment nog onzeker of er een definitief akkoord komt meldt Koolmees. Het akkoord geeft een beeld van de mogelijke contouren van een eventuele toekomstige herziening. De belangrijkste wijzigingen voor grensarbeiders uit het voorlopig akkoord zien op de werkloosheidsuitkeringen:
- Invoering werklandbeginsel – grensarbeiders.
- Wijziging verzekeringsplicht van gerechtigden op een werkloosheidsuitkering die gedeeltelijk werk hervatten in het woonland
Knelpunten
- Het voorlopig akkoord voorziet in een exporttermijn van 15 maanden voor grensarbeiders en van zes maanden voor personen die geen grensarbeider zijn. Er is op gewezen dat dit onderscheid ertoe kan leiden dat mensen zich voordoen als grensarbeider. Hierdoor kan in de praktijk discussie ontstaan over wanneer iemand beschouwd moet worden als grensarbeider.
- Het systeem van het werklandbeginsel houdt in dat de grensarbeider moet kiezen of hij of zij zich beschikbaar wil stellen in het werkland of in het woonland. De grensarbeider moet zich daardoor verdiepen in twee systemen. Dit is ingewikkeld.
- De grensarbeider die ervoor kiest om zich in het woonland beschikbaar te stellen heeft te maken met de maximale exporttermijn van 15 maanden. De maximale uitkeringsduur in Nederland, België en Duitsland is echter langer dan deze exporttermijn. De grensarbeider die de uitkering exporteert kan daardoor opgebouwde rechten verliezen.
- De invoering van het werklandbeginsel brengt mee dat gerechtigden op een werkloosheidsuitkering in een andere lidstaat (namelijk het werkland in plaats van het woonland) sociaal verzekerd raken. Dit raakt de premie- en verzekeringsplicht voor alle sociale verzekeringen, inclusief de zorg. Het is van belang om hier mensen goed over voor te lichten.
- Invoering van het werklandbeginsel kan in voorkomende gevallen leiden tot discoördinatie tussen de premie- en de belastingheffing.
- De gewijzigde regels met betrekking tot de premieplicht als iemand naast de werkloosheidsuitkering in het woonland gaat werken vormen een drempel voor de werkloze grensarbeider om in het woonland (gedeeltelijk) aan het werk te gaan. De in het woonland gevestigde werkgever moet dan namelijk in een andere lidstaat premies afdragen. Dit brengt administratieve lasten voor de werkgever mee.
Beleidswijziging UWV naar aanleiding van HvJ EU Vester
Wanneer iemand onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat, daar arbeidsongeschikt raakt en er in die lidstaat geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of geen recht op een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering bestaat, kan er door een verschil in wachttijd voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering tussen die lidstaat en Nederland een ongeoorloofd inkomenshiaat ontstaan. Volgens de beleidswijziging van UWV sluit in dat geval de wachttijd van de WIA – door het verkorten van de wachttijd van de WIA – aan bij het einde van de (kortere) wachttijd voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering van de lidstaat van laatste verzekering. Het beleid is niet beperkt tot mensen die in Nederland wonen. De beleidswijziging van UWV is per 1 januari 2021 ingegaan. Met het nieuwe beleid wordt in individuele situaties aangesloten bij de buitenlandse wachttijd voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering door het verkorten van de wachttijd van de WIA-uitkering. Dit beleid is van toepassing op alle nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2021. Hiernaast wordt dit beleid toegepast in alle lopende zaken waarbij de ingangsdatum van de pro rata WIA-uitkering nog niet definitief vaststaat en waarbij er ter overbrugging op grond van het vroegere beleid geen WW-uitkering of toeslag (TW) is toegekend, noch een uitkering ter overbrugging uit de bevoegde lidstaat.
Meer informatie: Kamerbrief, nr. 2021-0000047740, Ministerie SZW, 19 maart 2021
Geef een reactie