Staatssecretaris Vijlbrief is het ermee eens dat er knelpunten kunnen optreden in het huidige belastingstelsel. Dit is vaak een uitvloeisel van afwegingen die tussen verschillende doelstellingen worden gemaakt. Dit schrijft Vijlbrief als antwoord op Kamervragen over het artikel ‘Het belastingstelsel zit intussen vol met fouten’.
Hij verwijst naar de ambtelijke verkenning ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ waar verschillende knelpunten worden geduid die in het huidige belastingstelsel optreden en beleidsopties voor een volgend kabinet geschetst om deze knelpunten weg te nemen.
Arbeidskorting
De arbeidskorting is bedoeld om het verrichten van betaalde arbeid aantrekkelijker te maken. Bij loondoorbetaling tijdens verlof, ook tijdens levensloopverlof, is sprake van loon uit tegenwoordige arbeid en dus van arbeidsinkomen. Tot 2012 werd bepaald dat de bedragen die werknemers boven de 61 jaar ontvangen uit een levensloopregeling niet tot het arbeidsinkomen worden gerekend. Met deze bepaling werd een samenloop tussen levensloopverlof en de doorwerkbonus voorkomen voor werknemers die ouder zijn dan 61 jaar. Voor bestaande gevallen blijft deze bepaling nog tot 1 november 2021, de datum waarop eventueel resterende levenslooptegoed uiterlijk (fictief) tot uitkering komt (het einde van het overgangsrecht van de levensloopregeling), van toepassing. Het verschil tussen werknemers ouder en jonger dan 61 jaar is dus per 2022 verdwenen.
Spaargeld-bv
Een ‘spaargeld-bv’ valt in box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang). In de vermogenstoets wordt het vermogen van box 2 buiten beschouwing gelaten, omdat het in box 2 net als in box 1 (inkomen uit werk en woning) veelal gaat om ‘beclaimd’ vermogen dat de belanghebbende nodig heeft om zijn inkomen te verwerven. Aan deze keuze ligt de overweging ten grondslag dat het meetellen van ondernemings- en aanmerkelijkbelangvermogen slechts een beperkt belang heeft, omdat deze vermogensbestanddelen in de doelgroep van toeslaggerechtigden beperkt voorkomen. Daarom wordt niet het vermogen, maar het inkomen uit de boxen 1 en 2 meegewogen voor het bepalen van de hoogte op toeslagen.
Verder gaat de staatssecretaris nog in op voorbeelden over de uitwerking van de samenloop tussen inkomstenbelasting en toeslagen, IACK, partneralimentatie en de box 3-heffing.
Geef een reactie