Het is niet mogelijk cijfermatig nu al iets te zeggen over trends op de arbeidsmarkt sinds de inwerkingtreding van de Wab. Minister Koolmees antwoordt dit op Kamervragen over de gevolgen van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) voor werknemers aan wie gevraagd wordt om als zzp’er te werken.
De cijfers van het eerste kwartaal van 2020 zijn nog niet beschikbaar (deze worden verwacht in mei), en daarmee zijn er dus ook nog geen cijfers van na de inwerkingtreding van de Wab. Ook is er een langere periode nodig om goed onderbouwde uitspraken te kunnen doen over trendmatige ontwikkelingen. Wel voert Koolmees op dit moment een ‘quick scan’ uit naar de gevolgen van de Wab. Hij verwacht de Kamer hierover in mei of juni te kunnen informeren.
Om kwaadwillendheid aan te tonen, dient de Belastingdienst te bewijzen dat er allereerst sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking én daarnaast van opzettelijke en evidente schijnzelfstandigheid. Het omzetten van een bestaande arbeidsovereenkomst naar een overeenkomst van opdracht kan in zijn algemeenheid niet zomaar gelijk worden gesteld aan kwaadwillendheid. De kwalificatie als kwaadwillende dient aan de hand van alle relevante feiten en omstandigheden van het individuele geval te worden beoordeeld.
Per 1 januari 2020 is het toezicht aangescherpt in de zin dat niet alleen bij kwaadwillendheid, maar ook bij het niet opvolgen van aanwijzingen kan worden gehandhaafd. Koolmees verwacht voor de zomer van 2020 de Kamer te informeren over de activiteiten van de Belastingdienst in het kader van het toezicht op arbeidsrelaties in het kader van de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie ten behoeve van de loonheffingen.
Meer informatie: Ministerie van Financien, 6 mei 2020, nr. 2020-0000022809
Geef een reactie