Als een dga een perceel koopt van een gelieerde B.V. tegen een prijs die onder de kostprijs ligt, meent de fiscus al snel dat sprake is van een verkapte winstuitdeling. Heeft de B.V. echter het perceel in eerste instantie gekocht voor bedrijfsplannen die later niet doorgingen, dan kan de verkoop aan de dga best zakelijk zijn.
Een man had belangstelling voor een kavel getoond. Hij overwoog om een woning op dit kavel te laten bouwen. Maar het was een B.V., waarin de man een indirect aanmerkelijk belang (ab) hield, die het perceel in 2006 kocht voor € 803.250 inclusief 19% btw. Een zustermaatschappij van de B.V. diende bij de gemeente een schetsplan in voor het oprichten van een kantoorvilla op het perceel. De gemeente wees dit schetsplan af. Zij was wel bereid de man een bouwvergunning te verlenen voor een woonhuis. Uiteindelijk werd dit woonhuis gebouwd op het perceel. De B.V.’s van de man betaalden de uitgaven voor het bouwen van de woning en verrekenden dit met de rekening-courant van de man. Toen de woning gereedkwam, verkocht de B.V. het perceel aan de man voor € 620.000 inclusief 19% btw. De Belastingdienst stelt dat de B.V. haar indirecte dga hiermee heeft bevoordeeld, zodat sprake is van een verkapte winstuitdeling.
Plannen nog niet vast
Rechtbank Gelderland is niet overtuigd. Op het moment dat de B.V. het perceel kocht, stond nog niet vast dat zij het perceel zou gebruiken om een woning voor de dga te realiseren. De mogelijkheid van zakelijk gebruik stond immers nog open. De inspecteur kan evenmin aannemelijk maken dat de prijs van € 630.000 onzakelijk laag is. Zijn stelling dat de B.V. onvoldoende gebruik zou hebben gemaakt van haar onderhandelingspositie, volstaat niet in de ogen van de rechtbank. De rechter oordeelt daarom dat hier geen sprake is van een verkapte winstuitdeling.
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 14 december 2018 (gepubliceerd 18 december 2018), ECLI:NL:RBGEL:2018:5400
Geef een reactie