Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat kosten die zijn gemaakt ter voorkoming van een executieveiling niet als kosten eigen woning aftrekbaar zijn. Deze kosten zijn niet rechtstreeks verbonden aan het aflossen van een eigenwoninglening.
Een man en zijn echtgenote kopen in 2004 een woning voor € 1.015.000. In 2005 is de woning flink verbouwd. De financiering van de aankoop en de verbouwing van de woning heeft plaatsgevonden door een lening bij de bank en door verhoging van de rekening-courantschuld bij de bv van de echtgenote. De man heeft in zijn aangifte IB/PVV 2012 bij de aftrekbare kosten eigen woning onder meer een bedrag van € 10.000 opgenomen die zijn betaald om een executieveiling te voorkomen. In 2016 is de woning verkocht. De man heeft verzocht de aanslag 2012 ambtshalve te verminderen. In plaats van een vermindering heeft de inspecteur naar aanleiding van dat verzoek een navorderingsaanslag opgelegd.
Geschilpunten
In geschil bij hof Arnhem-Leeuwarden is of sprake is van een nieuw feit en verder zijn de aftrekbare kosten eigen woning in geschil en het percentage dat geldt voor de rekening-courantschuld.
Nieuw feit
De man stelt dat geen sprake is van een nieuw feit. Er zijn over voorgaande jaren ook al discussies gevoerd over de hoogte van de rekening-courantschuld en de eigenwoningschuld maakt hiervan deel uit. Het hof is van oordeel dat de ingediende aangifte geen reden gaf tot twijfel over de juistheid van die aangifte. Dat de eigenwoningschuld een deel van de rekening-courantschuld aan de bv van de echtgenote is, is onvoldoende om tot het oordeel te komen dat de inspecteur bij de discussie over de rekening-courant ook heeft gekeken naar de hoogte van de eigenwoningrente.
Kosten ter voorkoming van executieveiling
Volgens het hof zijn de kosten die zijn gemaakt om een executieveiling te voorkomen niet aftrekbaar. Dergelijke kosten zijn niet rechtstreeks verbonden aan het aflossen van de geldlening. Ze worden juist veroorzaakt doordat de man zijn geldlening niet of niet tijdig aflost.
Hoogte eigenwoningschuld en rentepercentage
Verder oordeelt het hof dat de man niet aannemelijk heeft kunnen maken dat hij het volledige bedrag dat in de aangifte als lening eigen woning is vermeld, heeft besteed aan de aanschaf of verbouwing van de woning. Het hof oordeelt voorts dat het rentepercentage dat in aanmerking moet worden genomen voor de rekening-courantschuld vier moet zijn. Dit percentage wordt genoemd in de rekening-courantovereenkomst. Ook staat dit percentage op de grootboekkaarten en in de correspondentie met de inspecteur heeft de man dit percentage eveneens genoemd.
Wet: art. 16 AWR, art. 3.120 en art. 3.123 Wet IB 2001
Masterclass in de Eigenwoningregeling
De afgelopen jaren is de fiscale wet- en regelgeving in de eigenwoningregeling op verschillende punten gewijzigd. Sommige regelingen zijn verre van begrijpelijk en lastig uitvoerbaar. Met name als partners samen een woning kopen en een hypotheekverleden hebben. Ook speelt het nieuwe huwelijksvermogensrecht een grote rol in de samenstelling van de nieuwe hypotheekconstructie en de gevolgen hiervan als partners uit elkaar gaan.
Geef een reactie