De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) en de Bond voor Belastingbetalers (BvB) vrezen dat veel belastingbetalers na 1 januari de dupe worden door nieuwe regels voor de vermogensrendementsheffing. In een brief aan de Eerste Kamer schrijven zij dat met name de belastingbetaler wordt geraakt die werkt aan een aanvullend pensioen of die altijd spaarzaam heeft geleefd.
In de nieuwe regels wordt er voor die groep van uitgegaan dat over een groot deel van hun vermogen een rendement van 4,7% tot zelfs 5,5% is behaald. Dat zou volgens de organisaties echter irreëel zijn voor mensen die geen grote risico’s hebben genomen.
Nu geldt nog dat wordt uitgegaan van een fictief rendement op vermogen van 4%. Daarover moet 30% vermogensrendementsheffing worden betaald. De heffing wordt aangepast omdat een rendement door de huidige lage rentestanden lastig is. De nieuwe regeling bevat drie schijven, waarbij voor hogere vermogens wordt gerekend met een hoger fictief rendement.
De VEB en BvB stellen een tijdelijke noodoplossing voor. In dat plan wordt het fictief rendement gehandhaafd op 4%, maar de belastingvrije voet verhoogd naar € 50.000 om te zorgen voor de nodige verlaging van de belastingdruk.
Geef een reactie