Het bericht in De Telegraaf van 8 februari 2019 met als kop ‘Rijke ouders omzeilen belasting met truc’ trok de nodige aandacht. In het blad Arts&Auto stond een oproep aan mensen die hun kinderen al een ‘jubelton’ hebben geschonken en dat graag nogmaals willen doen. Hoe gaat dit in zijn werk en welke risico’s zijn er aan verbonden?
De wettelijke regeling is te vinden in de artikelen 33 en 33a Successierecht 1956. In artikel 5 van de Uitvoeringsregeling Successiewet is de regeling verder uitgewerkt.
Wettelijke regeling verhoogde schenkvrijstelling eigen woning
Sinds 2017 kunnen ouders eenmalig aan hun kinderen tussen de 18 en 40 jaar maximaal € 102.010 (2019) onbelast schenken. De kinderen moeten deze schenking besteden aan hun woning. Die woning moet hun hoofdverblijf zijn en die kinderen moeten eigenaar zijn van die woning. De kinderen kunnen de schenking gebruiken voor de aankoop van een nieuwe woning, maar ook om een bestaande woning te verbouwen. Is het kind al ouder dan 40 jaar, maar zijn partner nog niet, dan kunnen de ouders een schenking doen aan hun schoondochter of schoonzoon die voor vrijstelling in aanmerking komt. De dag waarop het kind 40 jaar wordt, telt ook nog mee.
Bij schenkingen aan derden geldt een jaarlijkse vrijstelling van € 2.173 (2019). Gaat die derde een schenking gebruiken voor een eigen woning, zoals in de vorige alinea omschreven, dan geldt eenmalig een maximaal onbelast te schenken bedrag van € 102.010 (2019). Lukt het niet om een ontvangen schenking in een jaar in zijn geheel op te maken, dan mag het kind de schenking ook nog benutten in de twee jaren na het jaar waarin het kind de schenking ontving. In het jaar waarin het kind gebruikmaakt van deze regeling, dus de schenking in maximaal drie jaar besteedt aan zijn woning, moet hij op elk moment dat hij de schenking benut, jonger zijn dan 40 jaar.
In de Uitvoeringsregeling Successiewet is de wettelijke regeling nog verder uitgewerkt. In artikel 5 Uitvoeringsregeling Successiewet is onder meer opgenomen dat de schenking onvoorwaardelijk moet zijn. Toegestaan is dat de schenking wordt gedaan onder de schriftelijk vastgelegde ontbindende voorwaarde dat de schenking vervalt voor zover niet is voldaan aan de voorwaarden voor de verhoogde vrijstelling. Het bedrag van de schenking moet voorts daadwerkelijk zijn betaald. Kwijtschelding van een lening eigen woning, kwalificeert op grond van een goedkeuring ook.
De truc
De Telegraaf haalt een advertentie uit het blad Arts & Auto aan. In deze advertentie staat: ‘Heeft u uw kind/familielid al belastingvrij geschonken voor de aankoop van een eigen woning en zou u dit nog een keer willen doen? Wij schenken uw kind/familielid en u de onze. Uiteraard via een notaris.’
De Telegraaf vervolgt: ‘Als het de advertentieplaatser lukt een partij te vinden, loopt de fiscus zeker 10.000 euro mis. Dat is meer dan wat iemand met een modaal inkomen in een heel jaar afdraagt.’
Reactie Belastingdienst
De Telegraaf meldt dat de Belastingdienst op de hoogte is van de truc. Volgens de Belastingdienst schenkt de heer X aan een kind van mevrouw Y, onder de voorwaarde dat mevrouw Y schenkt aan een kind van de heer X. Hierbij is volgens de Belastingdienst sprake van een ‘derdenbeding’. De Belastingdienst is van mening dat de kinderen de schenking, via een omweg, van hun ouders hebben ontvangen. Probleem is dat het voor de Belastingdienst moeilijk is om aan te tonen dat het kind via een omweg een schenking van zijn ouders heeft gehad.
Mr. Ernst Hoendersloot, senior kandidaat-notaris, betwijfelt of een adviseur dit wel moet adviseren aan zijn klant. Hij vindt een dergelijk advies moreel op het randje om de fiscus zo te benadelen.
Commentaar
Voornoemd artikel in De Telegraaf verscheen daags na publicatie van twee opmerkelijke uitspraken van Rechtbank Noord-Nederland. Het gaat om de uitspraken van Rechtbank Noord-Nederland van 24 januari 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:422 en Rechtbank Noord-Nederland 29 januari 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:421. In deze uitspraken spelen een moeder van 94 jaar, respectievelijk een vader van 81 jaar de hoofdrol. De zoon, respectievelijk schoonzoon hebben de onderneming van de moeder, respectievelijk vader in een ver verleden voortgezet. De moeder en de vader verpachtten landerijen en bedrijfsopstallen. Een aantal jaar geleden zijn de moeder met haar zoon en andere kinderen en de vader met zijn schoonzoon en dochter een maatschap aangegaan. Daarbij hebben de moeder en de vader het gebruik en genot van de onroerende zaken ingebracht in de maatschap. De Belastingdienst vond dat hier sprake was van een schijnhandeling, een constructie die elke realiteitswaarde ontbeerde. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de maatschapsovereenkomst reëel is, ook al is het doel om het vermogen van de moeder en de vader onder het toepassingsbereik van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de erf- en schenkbelasting te brengen. Ik kan mij voorstellen dat er mensen zijn die het advies om de moeder van 94 jaar en de vader van 81 jaar als maat te laten toetreden tot een maatschap met als doel het vermogen van de moeder en de vader alsnog onder het toepassingsbereik van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit te brengen ook moreel verwerpelijk vinden.
Onvoorwaardelijk
Zoals hiervoor al is uiteengezet is in de Uitvoeringsregeling Successiewet opgenomen dat een schenking voor de eigen woning onvoorwaardelijk moet zijn. In dit geval is aan de schenking de voorwaarde verbonden dat de ouder van de begiftigde ook een schenking doet aan het kind van de schenker. Wellicht is dit een voorwaarde die in strijd is met artikel 5 Uitvoeringsregeling Successiewet.
In de parlementaire geschiedenis (Kamerstukken II, 2015/16, 34302, nr.11, p. 76 en Kamerstukken II, 2013/14, 33752, nr. 11, p. 63) is aangegeven dat zal worden opgetreden tegen constructies zoals kruislingse schenkingen. Er wordt in de parlementaire geschiedenis een voorbeeld gegeven van twee broers die afspreken hun eigen kinderen € 100.000 te schenken en kruislings aan elkaars kinderen € 100.000 te schenken zodat die kinderen € 200.000 onbelast zouden ontvangen. Als antwoord daarop is aangegeven dat het kind € 200.000 via zijn ouder krijgt, waarvoor het kind maar voor de helft een beroep kan doen op de verhoogde vrijstelling. De Belastingdienst zal dergelijke constructies bestrijden is het reguliere toezicht. Zie hierover uitgebreider het commentaar bij artikel 33a Successiewet 1956 NDFR, onderdeel 9 ‘constructiebestrijding’.
Controle op kruislingse schenkingen kan eenvoudiger worden als voor schenkingen eigen woning een notariële akte is vereist.
Wet: art. 33, 33a SW 1956 en art. 5 UR Schenk- en erfbelasting
Bron: De Telegraaf 8 februari 2019 ‘Rijke ouders omzeilen belasting met truc’
Geef een reactie