Een kwitantie van de ontvangst van een contante gift, zonder dat daarop de naam van de ontvanger van het bedrag staat, is geen bewijs dat een periodieke schenking heeft plaatsgevonden.
Gewone giften versus periodieke giften
Als een inkomstenbelastingplichtige, stel een IB-ondernemer, een schenking doet, kan hij deze onder voorwaarden en binnen bepaalde grenzen aftrekken van zijn fiscale winst. Daarbij is van belang of sprake is van een periodieke gift of een andere gift. Van een aftrekbare periodieke gift is sprake als de schenker bij notariële of onderhandse akte van schenking een verplichting aangaat om gedurende een periode van minimaal vijf jaar op zijn minst jaarlijks een uitkering te doen. Deze uitkering (of verstrekking) moet toekomen aan een algemeen nut beogende instelling (anbi) of een vereniging en iedere periode ongeveer even hoog zijn. Anders is sprake van een andere gift. Andere giften zijn alleen aftrekbaar als zij toekomen aan een anbi of een steunstichting sociaal belang behartigende instelling (sbbi). Tegenover een periodieke of gewone gift mag in principe geen tegenprestatie staan en zij mogen sinds 1 januari 2021 niet contant zijn.
Ontvanger periodieke gift niet bewezen
In een zaak voor Rechtbank Noord-Nederland wilde een man over het jaar 2014 € 1.500 aan periodieke giften en € 900 aan andere giften aftrekken. Hij beweerde dat hij het bedrag van € 1.500 eerst had geleend van een neef. Vervolgens zou hij dat bedrag op 27 maart 2014 contant hebben geschonken aan een stichting. De man onderbouwt zijn stelling door een kwitantie te overleggen. Deze kwitantie vermeldt echter alleen een stempel van de stichting met daardoorheen een handtekening. De kwitantie noemt niet de naam van de persoon die het bedrag in ontvangst heeft genomen. De rechtbank ziet daarom in de kwitantie onvoldoende bewijs dat de man de gift heeft gedaan. Hij weet evenmin aannemelijk te maken dat hij geld van zijn neef heeft geleend. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur deze giftenaftrek terecht heeft geweigerd.
Drempel andere giften
Men moet met schriftelijke bescheiden kunnen aantonen dat de niet-periodieke gift is gedaan. Andere giften zijn alleen aftrekbaar voor zover zij een drempelbedrag overschrijden. Dit drempelbedrag is gelijk aan 1 % van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Het drempelbedrag is echter minimaal € 60. Daarnaast is de aftrek van overige giften gemaximeerd op 10% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek.
Gift aan culturele anbi
Voor giften aan culturele instellingen geldt een extra faciliteit. De schenker mag bij de berekening van de aftrek het in aanmerking te nemen bedrag verhogen met 25%. Voor deze verhoging geldt wel een maximum van € 1.250. Deze extra aftrekmogelijkheid geldt zowel voor gewone als voor periodieke giften.
Afzien van vrijwilligersvergoeding
Een anbi, sportorganisatie of een andere organisatie die is vrijgesteld van vennootschapsbelasting mag aan een vrijwilliger een onbelaste vergoeding betalen van maximaal € 180 per maand. Per jaar mag de vergoeding evenmin meer bedragen dan € 1.800. Een vrijwilligersvergoeding mag geen marktconforme beloning zijn. Dat komt erop neer dat het uurtarief maximaal € 5 is (€ 2,75 als de vrijwilliger jonger is dan 21 jaar). Kan een vrijwilliger aanspraak maken op deze vergoeding, maar ziet hij daarvan af? Dan mag hij onder de volgende voorwaarden het bedrag van deze vergoeding tot zijn andere giften rekenen:
- de anbi waarvoor de vrijwilliger werkt moet een verklaring hebben afgegeven waaruit blijkt dat de vrijwilliger zich heeft ingezet voor de anbi;
- die vrijwilliger moet aanspraak hebben op maximaal de onbelaste vrijwilligersvergoeding.
- de anbi moet bereid zijn en in staat zijn de vergoeding uit te betalen aan de vrijwilliger.
- de vrijwilliger die aanspraak wil maken op de giftenaftrek moet zelf over de vergoeding kunnen beschikken en kunnen aangeven de vergoeding te willen ontvangen.
Stichting kon vergoeding niet betalen
In de eerdergenoemde zaak voor Rechtbank Noord-Nederland stelde de man dat het bedrag van de andere giften bestond uit een vrijwilligersvergoeding waarvan hij had afgezien. Maar de rechtbank gelooft niet dat de stichting zo’n vergoeding had kunnen betalen. Zij had namelijk eind 2014 maar € 685,24 op haar bankrekening staan. In de rest van 2014 was het saldo vaak lager en nooit veel hoger. De man maakt niet aannemelijk dat de stichting in 2014 over meer financiële middelen beschikte. Bovendien werkten minimaal twintig vrijwilligers in 2014 voor de stichting. Een groot aantal van deze vrijwilligers ontving ook een vrijwilligersvergoeding. De rechtbank vindt daarom niet-aannemelijk dat de stichting een vrijwilligersvergoeding van € 900 had kunnen betalen aan de man. De gift van € 900 is daarom evenmin aftrekbaar.
Schenken via bv
Ook vennootschapsbelastingplichtige lichamen kunnen giften aan anbi’s en steunstichtingen sbbi’s aftrekken. Daarbij geldt geen drempel, maar wel een bovengrens van 50% van de winst met een maximum van € 100.000. Lichamen mogen de giftenaftrek verhogen met 50% van het bedrag aan schenkingen aan culturele instellingen, maar hooguit met € 2.500.
Wet: art. 6.32, 6.33, 6.34, 6.35, 6.36, 6.37, 6.38, 6.39 en 6.39a Wet IB 2001, art. 2, zesde lid Wet LB en art. 16 Wet Vpb 1969
Geef een reactie