Wie over ruim voldoende liquide middelen beschikt, kan een deel van zijn liquide middelen uitlenen aan familieleden zodat zij een nieuwe woning kunnen financieren. Als de leningsovereenkomst goed is opgesteld, kunnen deze familieleden bovendien de rente op de schuld aftrekken in de inkomstenbelasting.
Dat een lening voor de financiering van de eigen woning afkomstig is van een familielid, hoeft de eigenwoningrenteaftrek niet in de weg te staan. Aan het recht op renteaftrek zijn wel de volgende voorwaarden verbonden:
- de schuldenaar moet de schuld aangaan in verband met een eigen woning. Dat wil zeggen dat hij het geleende bedrag gebruikt om een eigen woning te kopen of voor het betalen van kosten van verbouwingen en onderhoud van een eigen woning, rechten van erfpacht, opstal of beklemming of van eenmalige (financierings)kosten;
- de leningsvoorwaarden verplichten de schuldenaar om de lening binnen 360 maanden af te lossen. Het overeengekomen aflossingsschema moet op zijn minst een annuïtair verloop tonen;
- de schuldenaar moet jaarlijks ook daadwerkelijk voldoen aan die zogeheten aflossingseis; en
- de schuldenaar geeft jaarlijks in zijn aangifte inkomstenbelasting bepaalde inlichtingen op. Deze voorwaarde geldt als de schuldeiser geen aangewezen administratieplichtige is. Dit zal vaak het geval zijn bij familieleningen.
Hierbij valt op dat de meeste voorwaarden een praktisch karakter hebben. Maar de annuïtaire aflossingseis moet dus ook zijn opgenomen in de leningsovereenkomst.
Stappenplan familielening
Het opstellen van de leningsvoorwaarden en andere stappen voor het begeleiden van uw cliënt bij het verstrekken van een lening aan familieleden treft u aan in het stappenplan dat u gratis kunt downloaden. Het stappenplan is onderdeel van de Toolkit Familielening.
Wet: art. 3.119a en 3.119g Wet IB 2001
Geef een reactie