Stel dat een bv uitsluitend haar (ex-)werknemers de mogelijkheid biedt om aandelen te kopen in haar moedermaatschappij tegen een zeer lage koopprijs. In zo’n geval zal de Belastingdienst al snel kunnen stellen dat sprake is van een lucratief belang dat in box 1 valt.
Zo werd een vrouw die als laborante werkte voor een bv in 2010 in de gelegenheid gesteld om een bepaalde soort aandelen te kopen in de moedermaatschappij van haar werkgever. De vrouw kocht 36 aandelen voor een bedrag van £ 0,01 per aandeel. In dit soort aandelen had zij een belang van bijna 1,1%. Eind 2011 verkocht de laborante haar aandelen voor in totaal ruim € 39.000. De Belastingdienst stelde dat het verkoopresultaat progressief was belast. Volgens de inspecteur was het aandelenbelang een lucratief belang dat verband hield met overige werkzaamheden. Dit was ook het oordeel van de rechtbank. De aankoopprijs van de aandelen was zo laag dat de vrouw nauwelijks risico had gelopen. Bovendien mochten alleen werknemers en ex-werknemers van het concern die soort aandelen kopen. De werkgever had de laborante dus duidelijk willen belonen voor haar werkzaamheden. Het aandelenbelang viel daarom in box 1 in plaats van box 3.
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 27 februari 2014 (gepubliceerd 13 maart 2014), ECLI:NL:RBDHA:2014:2616
Geef een reactie