Bij de verkoop van landbouwgrond mag een nabetalingsregeling als vordering worden geactiveerd, mits deze geen grote onzekerheid met zich brengt. De landbouwvrijstelling die hierop van toepassing is, geldt ook voor de afwaardering. Hierdoor kan de vordering niet ten laste van de belastbare winst uit onderneming worden gebracht, zo oordeelde Rechtbank Noord-Nederland.
In januari 2000 verkocht een akkerbouwer 25 hectare landbouwgrond met inachtneming van een nabetalingsregeling. Deze vordering zou opeisbaar worden bij bestemmingswijziging (naar woningbouw of industrieterrein). Met de Belastingdienst sloot de verkoper een 73-maands contract over de landbouwvrijstelling. Hierin werd bepaald dat de bestemmingswijzigingswinst niet zou worden belast, tenzij de grond binnen 72 maanden niet meer in een landbouwonderneming werd gebruikt. Ten aanzien van de nabetalingsregeling had de verkoper onder toepassing van de landbouwvrijstelling € 1,5 miljoen geactiveerd. Deze vordering wilde hij in 2010 afwaarderen tot nihil. Het was immers niet meer te verwachten dat er nog op de grond gebouwd ging worden. De inspecteur wilde hier een stokje voor steken. Volgens hem had de vordering nooit geactiveerd mogen worden omdat er nog geen winst was. Rechtbank Noord-Nederland was het niet met hem eens. Hoewel de verkoper op basis van het voorzichtigheidsbeginsel de winst later had mogen nemen, was hij hier niet toe verplicht. Alleen bij zeer grote onzekerheid had de verkoper niet mogen activeren, maar de inspecteur had dit niet bewezen.
Landbouwvrijstelling
Het was echter nog wel de vraag of de afwaardering van de vordering ook onder de landbouwvrijstelling diende te vallen. Dat was volgends de rechtbank het geval. De vordering kon niet zelfstandig tot winsten en verliezen leiden en was dus louter een voorwaardelijke aanvulling. De afwaardering van de vordering voor de in 2000 geactiveerde waarde van € 1,5 miljoen kon hierdoor niet ten laste van de belastbare winst uit onderneming worden afgewaardeerd. Het resterende bedrag van de vordering (bijgeboekte rente) viel in het verleden niet onder de vrijstelling en kon wel ten laste van het belastbare resultaat over 2010 in aanmerking worden genomen.
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 19 februari 2015 (gepubliceerd 24 februari 2015), ECLI:NL:RBNNE:2015:690
Geef een reactie