Een langdurig boekenonderzoek bij dochtervennootschappen van een holding ontslaat deze bv niet van haar verplichting om tijdig aangifte vennootschapsbelasting te doen.
Hof Amsterdam oordeelde onlangs dat de Belastingdienst terecht een verzuimboete had opgelegd aan een bv wegens het niet tijdig indienen van de aanslag Vpb 2016. De bv deed een beroep op afwezigheid van alle schuld, maar het hof wees dat beroep af. De inspecteur had de termijn tot indiening van de aangifte al twee keer verlengd. De bv stelde nog een keer om uitstel te hebben verzocht. Maar zij overlegde als bewijs brieven die op een ander belastingjaar zagen. Dat bij twee dochtervennootschappen in 2010 tot 2020 een langdurig boekenonderzoek had plaatsgevonden, was evenmin een excuus om niet op tijd aangifte te doen. De bv had de aangifte Vpb 2014 bijvoorbeeld wel tijdig ingediend, terwijl toen het boekenonderzoek al liep. Zij kon ook geen feiten en omstandigheden opgeven die wezen op overmacht.
Wet: art. 67a AWR
Geef een reactie