Volgens de rechtbank is het zeer ongebruikelijk dat een verkoper van aandelen in een B.V. na negen jaar instemt met een verlaging van de verkoopprijs, zonder dat hieraan een nadere berekening ten grondslag ligt. Bovendien hebben de verkoper en koper over de verlaging van de overdrachtsprijs geen nadere stukken gewisseld.
Een vader hield 100% van de aandelen in een B.V. In 2005 verkocht vader de aandelen aan de houdstermaatschappij van de zoon voor een bedrag van € 1,25 miljoen. Hieraan lag een berekening ten grondslag van de registeraccountant van de B.V. Deze berekening was voorgelegd aan de Belastingdienst en akkoord bevonden. In 2014 kwamen de vader en zoon in een addendum overeen dat de koopsom van de aandelen verlaagd moest worden naar € 1 miljoen. De inspecteur accepteerde de verlaagde overdrachtsprijs van de aandelen niet.
Dwaling
Bij Rechtbank Gelderland is in geschil of het addendum op de verkoopovereenkomst leidt tot een verlies uit aanmerkelijk belang. De inspecteur stelt dat de koopsom in 2005 juist was en er toen geen onjuiste voorstelling van zaken is geweest. De koper (de B.V. van de zoon) van de aandelen had een onderzoeksplicht naar de waardering van de aandelen. Die onderzoeksplicht heeft de koper geschonden. Bovendien is de rechtsvordering tot vernietiging verjaard, omdat de dwaling veel eerder had moeten zijn ontdekt. De inspecteur wijst voorts nog op de familiaire verhouding tussen de aandeelhouders van de verkopende en kopende partij. De rechtbank wijst bovendien nog op het vermoeden dat alle aspecten van de aandelenwaardering bij de verkoopprijs zijn betrokken bij het overleg tussen de accountant van de B.V. en de Belastingdienst in 2005. Ook is het zeer ongebruikelijk dat de verkoper negen jaar na dato instemt met een verlaging van een verkoopprijs, zonder dat hieraan een nadere berekening ten grondslag heeft gelegen en zonder ook dat tussen koper en verkoper nadere stukken zijn gewisseld. De inspecteur heeft volgens de rechtbank het verlies uit aanmerkelijk belang terecht geweigerd.
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 12 februari 2019 (gepubliceerd op 1 maart 2019), ECLI:NL:RBGEL:2019:549
Geef een reactie