Hoe kijkt de Belastingdienst aan tegen de afwikkeling van een ODV bij overlijden. Het aanwijzen van de langstlevende echtgenoot als begunstigde van de aanspraak op de oudedagsverplichting kan onder voorwaarden uitkomst bieden, aldus mr. drs. Eva Smits in het Vakblad Estate Planning.
Sommige dga’s hebben hun pensioen in eigen beheer omgezet in een zogeheten oudedagsverplichting (ODV). Bij het overlijden van die dga zal de langstlevende partner de ODV-aanspraak erven als de wettelijke verdeling van toepassing is. De kinderen van de dga verkrijgen dan een onderbedelingsvordering op de langstlevende partner. De vraag komt dan op hoe de waardering van de ODV-aanspraak in zo’n geval moet plaatsvinden. Smits denkt dat het meest juist is om daarbij de waarderingsregels voor periodieke uitkeringen te volgen. Maar er zijn ook andere zienswijzen. Deze discussie is echter te omzeilen door een (keuze)legaat in het testament op te nemen. Volgens handreikingen van de Belastingdienst blijft de ODV zuiver als zij krachtens legaat toekomt aan een van de erfgenamen. Smits merkt op dat bij een keuzelegaat de Belastingdienst spreekt van de langstlevende die tevens erfgenaam is. Zij gaat ervan uit dat dit verschil in formulering onbedoeld is en dat andere erfgenamen dan de langstlevende ook kwalificeren. Smits wijst erop dat het ook mogelijk is om de ODV te legateren aan de tweede echtgenoot met een tweetrapsmaking. Door de tweetrapsmaking zijn de kinderen van de dga na het overlijden van zijn tweede echtgenoot gerechtigd tot de ODV-uitkeringen in plaats van de kinderen van de tweede echtgenoot.
Legateren van specifieke bezittingen
Als de langstlevende echtgenoot ook erfgenaam is, krijgt hij een recht op een deel van alle goederen en schulden van de nalatenschap. Daarnaast mag hij zich bezighouden met de verdeling. Mocht dit onwenselijk zijn, dan kan de dga bepaalde bezittingen, bijvoorbeeld de aanmerkelijkbelangaandelen in zijn B.V., legateren aan zijn kinderen. Of hij wijst hen aan als afwikkelingsbewindvoerders.
Langstlevende partner als begunstigde
Nog een andere mogelijkheid is dat de dga in de ODV-overeenkomst de langstlevende echtgenoot aanwijst als begunstigde. Dit geeft de langstlevende echtgenoot meer zekerheid, omdat een ODV-overeenkomst niet eenzijdig is aan te passen en een testament wel. Om de ODV zuiver te houden moet de begunstigde ook erfgenaam zijn en op basis van het testament de ODV-aanspraken verkrijgen. Als de ODV-aanspraak kwalificeert als een derdenbeding, valt deze aanspraak niet in de nalatenschap.
Meer weten? Download dan nu gratis het volledige artikel.
Wet: art. 38n, tweede lid, onderdeel b en 38o Wet LB 1964
Handreiking: Handreiking ODV-aanspraken en overlijden versie 4 april 2018
Geef een reactie