Een lening met inbegrip van het debiteurenrisico moet als geheel worden beoordeeld op onzakelijkheid. Dit in tegenstelling tot wat in de literatuur is aangenomen naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad uit 2008 (LJN: BD1108).
De Hoge Raad oordeelde onlangs dat een lening geheel zakelijk of geheel onzakelijk is. Daarbij wordt gekeken naar wat de partijen zijn overeengekomen. Bij zo’n overeenkomst hoort één debiteurenrisico. Het aanvaarden van dit risico bij het verstrekken van een onzakelijke lening is te vergelijken met een borgstelling voor een lening die door een derde aan een gelieerde vennootschap is verstrekt. Zo’n borgstelling ligt in de kapitaalsfeer. Volgens de Hoge Raad ligt ook het debiteurenrisico van een onzakelijke lening in de kapitaalsfeer. Als vuistregel geeft de rechter aan dat de rente op de onzakelijke lening wordt gesteld op de rente die de gelieerde vennootschap zou moeten vergoeden als zij met een borgstelling van de concernvennootschap onder gelijke voorwaarden van een derde zou lenen.
Wet: art.8 Wet Vpb
Meer informatie: Hoge Raad, 25 november 2011, LJN: BN3442
Geef een reactie