Maakt een ondernemer per e-mail bezwaar tegen een informatiebeschikking? Dan moet de inspecteur de ondernemer in de gelegenheid stellen zijn verzuim te herstellen. Doet de ondernemer vervolgens niets, dan staat daardoor de informatiebeschikking onherroepelijk vast.
Een exploitant van een steakhouse en afhaalgrillrestaurant had personeel in dienst, waaronder zijn dochters en zijn broer. De Belastingdienst had een boekenonderzoek ingesteld om de aangiften loonheffingen te controleren. Daarvoor wilde hij stukken uit de administratie van de exploitant hebben, maar de exploitant had niet de beschikking over de gevraagde administratieve stukken. Daarop ontving de exploitant een informatiebeschikking. De exploitant maakte per e-mail bezwaar tegen de informatiebeschikking, waarop hij na enkele dagen van de Belastingdienst het verzoek kreeg de formele weg te volgen. De ondernemer deed echter niets meer.
Naheffingsaanslag
In geschil bij Hof Den Haag is of de informatiebeschikking onherroepelijk vaststaat en daarmee of voor de ondernemer de omgekeerde en verzwaarde bewijslast geldt. Het hof oordeelde in navolging van de rechtbank dat de informatiebeschikking onherroepelijk was komen vast te staan. Van de gemachtigde mocht verwacht worden dat hij als professional wist dat hij tijdig schriftelijk bezwaar moest maken tegen de informatiebeschikking. Bovendien was de exploitant in de gelegenheid geweest om binnen de bezwaartermijn zijn verzuim te herstellen. Vervolgens oordeelde het hof dat de exploitant niet had doen blijken dat de naheffingsaanslag loonheffingen te hoog was opgelegd en bovendien dat de schatting van de inspecteur redelijk was.
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag 1 februari 2017 (gepubliceerd op 9 januari 2018), ECLI:NL:GHDHA:2017:3762
Geef een reactie