Heeft iemand door lidmaatschappen een aanmerkelijk belang in twee coöperaties en verricht hij onbezoldigd werkzaamheden voor die coöperaties? Dan moet hij de gebruikelijkloonregeling op deze werkzaamheden toepassen.
Een man was lid van twee coöperatieve verenigingen voor respectievelijk 33,33% en 50%. Deze coöperaties hielden zich onder meer bezig met het verzorgen van fiscale aangiften en de verwerking van administraties en accountantswerkzaamheden. De man gaf de opbrengsten van de werkzaamheden voor de coöperaties als winst uit onderneming.
In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden was of sprake was van winst uit onderneming en zo dit niet het geval was, of de gebruikelijkloonregeling van toepassing was. Het hof oordeelde dat geen sprake was van winst uit onderneming. De man was veelal onbezoldigd werkzaam geweest voor de coöperaties. De contracten met opdrachtgevers werden steeds op naam van de desbetreffende coöperatie gesloten en deze coöperatie factureerde ook aan opdrachtgevers. Bovendien stond aan het eind van de naam van elke coöperatie UA (uitsluiting aansprakelijkheid) en in de statuten van de coöperatie stond dat leden niet aansprakelijk waren voor verbintenissen van de coöperatie. De man liep geen ondernemersrisico en was geen ondernemer volgens het hof. Vast stond volgens het hof voorts dat de man aanmerkelijkbelanghouder was van de twee coöperaties. De man stelde dat hij zonder vergoeding bestuurstaken had verricht voor de coöperatie en daardoor niet onder de gebruikelijkloonregeling viel. Omdat de man arbeid had verricht voor twee coöperaties waarin hij een aanmerkelijk belang had, had de inspecteur terecht een gebruikelijk loon in aanmerking genomen volgens het hof. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof zonder nadere motivering bevestigd.
Meer weten?
Vrijdag 29 juni 2018 verzorgt mr. Hans Zwagemaker de PE-Pitstop Gebruikelijk loon. > Meer informatie en aanmelden.
Wet: art. 12a Wet LB 1964
Meer informatie: Hoge Raad 1 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:806
Geef een reactie