Als de eigenaar van een woning nog een bepaald bedrag moet investeren om dit pand van hetzelfde kwaliteitsniveau te krijgen als een referentiewoning, moet de gemeente de WOZ-waarde aanpassen. Van Hof Amsterdam kan de gemeente volstaan met een vermindering van 60% van de benodigde investering.
In de zaak voor het hof was een eigenaar van acht woningen in beroep gegaan tegen verschillende WOZ-beschikkingen. De gemeente had de WOZ-waarde van enkele woningen vastgesteld op € 246.500. De gemeente was op deze waarde gekomen na een vergelijk met een aantal referentiewoningen met een hoger kwaliteitsniveau. De man zou ongeveer € 25.000 moeten investeren om zijn woningen te krijgen op dit kwaliteitsniveau. De man wilde daarom dat de belastingrechter de WOZ-waarde met dit hele investeringsbedrag zou verminderen. Het hof verlaagde de waarde echter met maar 60% van het investeringsbedrag, dus € 15.000. Investeringen komen namelijk normaal gesproken niet voor de volle 100% terug in de waarde van een woning. Overigens geldt deze 60%-regel niet ten aanzien van investeringen voor het herstel van fundamentele gebreken van constructieve aard. De man zou echter alleen achterstallig onderhoud moeten verrichten en had dus wel te maken met deze percentageregeling.
Wet: artikel 17 Wet WOZ
Meer informatie: Hof Amsterdam, 22 mei 2014 (gepubliceerd 26 augustus 2014), ECLI:NL:GHAMS:2014:2454
Geef een reactie