Een belastingplichtige moet altijd aan de bewaarplicht voldoen, ook als de administratie zich om specifieke redenen bij een derde bevindt. In dat geval moet de belastingplichtige maatregelen treffen om toch aan de bewaarplicht te kunnen voldoen, zo blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad.
In deze zaak startte de inspecteur een boekenonderzoek bij een VOF om te controleren om de btw-aangiften aanvaardbaar waren. Al snel bleek dat de boekhouding niet beschikbaar was. Deze lag eerst bij een potentiële koper in India, die de administratie wilde inzien in verband met een due diligence onderzoek. Later meldde de belastingplichtige dat het Indiase bedrijf de boekhouding had verkocht aan iemand in Dubai, die de boekhouding uitsluitend tegen betaling wilde teruggeven. Kortom: de VOF voldeed niet aan haar bewaarplicht. Uiteindelijk legde de inspecteur een naheffingsaanslag omzetbelasting op, omdat de VOF ten onrechte de btw-aftrek zou hebben toegepast én het nultarief ten onrechte zou hebben toegepast. Tijdens de beroepsprocedure oordeelde Hof Arnhem-Leeuwarden dat de bewijslast moest worden omgekeerd, omdat niet aan de bewaarplicht was voldaan. Dat de boekhouding vanwege een due diligence onderzoek naar een potentiële koper was gestuurd, was geen geldig excuus. De VOF had maatregelen moeten treffen om toch aan haar bewaarplicht te kunnen voldoen.
Wet: art. 52 AWR
Meer informatie: Hof Arnhem-Leeuwarden, 17 september 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7348
Geef een reactie