Veel belastingplichtigen, of het nu ondernemers zijn of particulieren, schakelen voor fiscale bezwaar- en beroepsprocedures een deskundige in. Deze deskundige zal meestal een machtiging krijgen om op te treden namens de belanghebbende. Als deze machtiging ruim genoeg is opgesteld, kan een gemachtigde ook optreden in een beroep op een beschikking die is genomen nadat hij is gemachtigd.
Vertegenwoordiging
Een belastingplichtige hoeft in beginsel niet direct contact te hebben met de Belastingdienst. Hij kan de contacten met de fiscus ook laten uitvoeren door een vertegenwoordiger of gemachtigde. Zo’n gemachtigde kan bijvoorbeeld een aangifte verzorgen, om een teruggaaf vragen of een bezwaar- of beroepschrift indienen. De Belastingdienst kan de belastingplichtige vragen om zijn machtiging schriftelijk te geven. In een schriftelijke machtiging kan men ook aangeven waarvoor de vertegenwoordiger precies wordt gemachtigd. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een gemachtigde is bevoegd op te treden in verband met een geschil over de fiscale winst uit onderneming, maar zich moet houden buiten btw-gerelateerde zaken. Maar een machtiging kan ook een heel ruim karakter hebben.
Ruime machtiging
In een rechtszaak kan de rechter aan de gemachtigde vragen of hij daadwerkelijk is bevoegd om op te treden namens de belanghebbende. De Hoge Raad heeft duidelijk gemaakt dat de rechter daarbij wel rekening moet houden met een eventuele ruime machtiging. In de zaak voor de Hoge Raad had een belanghebbende zijn adviseur op 24 maart 2012 gemachtigd. Daarbij mocht de gemachtigde zijn cliënt vertegenwoordigen gedurende de gehele procedure rond een WOZ-beschikking. De heffingsambtenaar deed op 31 juli 2012 uitspraak op het bezwaar tegen de WOZ-beschikking. Toen de gemachtigde beroep aantekende, vond de rechtbank dat hij een machtiging moest laten zien die dateerde na de uitspraak van de ambtenaar. Maar de Hoge Raad oordeelde dat de machtiging ruim genoeg was om de adviseur vertegenwoordigingsbevoegdheid te geven (zie ook: ‘Machtiging kan een tijdje mee’).
Wie kan men machtigen?
De belastingplichtige mag zelf bepalen wie hij machtigt en voor welke zaken hij dat doet. In de praktijk kiest men meestal voor een belastingadviseur of een boekhouder. In uitzonderlijke gevallen kan de Belastingdienst een gemachtigde weigeren, bijvoorbeeld als deze gemachtigde:
- onbekwaam of onbetrouwbaar is;
- aantoonbaar niet de waarheid vertelt; of
- herhaaldelijk onjuiste informatie geeft.
De Belastingdienst deelt deze weigering schriftelijk mee aan de belastingplichtige en zijn geweigerde gemachtigde. Tegen deze weigering kan men bezwaar maken en beroep aantekenen.
Eigen verantwoordelijkheid
Het aanwijzen van een gemachtigde ontslaat een belastingplichtige niet van zijn informatieplicht tegenover de fiscus. Wie een gemachtigde inschakelt, blijft zelf verantwoordelijk voor het nakomen van zijn fiscale verplichtingen. Ook is de belastingplichtige in beginsel verantwoordelijk voor het handelen van zijn gemachtigde.
Wet: artikelen 2:1 en 8:24, tweede lid Awb
Meer informatie: Hoge Raad, 7 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:446
Geef een reactie