Rechtbank Gelderland ziet de combinatie van een verkoop van certificaten in het kader van een management buy-in en een tegelijkertijd overeengekomen lening niet als earn-out regeling. De afwaardering van de lening is hierdoor geen aanpassing van de prijs van de verkochte certificaten.
Verkopers en kopers van certificaten bij de management buy-in kwamen in 2008 een koopsom overeen van ruim € 122.551, waarbij ze afstand deden van hun vorderingsrecht van die koopprijs. Tegelijk werd een schuldigerkenning voor een lening ter hoogte van hetzelfde bedrag overeengekomen, en een rente van 5%. Bij de leningsvoorwaarden was verder een bepaling voor een eventuele kwijtschelding van het restantschuld in 2016. Een van de verkopers van de certificaten bij de management buy-in waardeerde enkele jaren na afloop van de verkoop, de uitstaande lening af met een bedrag van € 91.600. De inspecteur stelde dat sprake was van een earn-out regeling en accepteerde de afwaardering niet. Rechtbank Gelderland oordeelde echter dat wel degelijk sprake was van twee aparte overeenkomsten, omdat in de leveringsakte daadwerkelijk kwijting was opgenomen. De verkoopprijs stond daarmee vast en van een earn-out regeling was geen sprake. De lening moest voorts als zakelijk worden beoordeeld. Dit omdat de inspecteur simpelweg niet aan zijn bewijsplicht voldeed voor zijn stellingname dat de constructie in strijd was met strekking of doel van de deelnemingsvrijstelling of dat de lening onzakelijk was (vergelijk: Laat de inspecteur maar komen!).
Wet: artikel 13 lid 6 Wet Vpb 1969
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 28 juli 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:4178
Geef een reactie