De gemeente mag de WOZ-waarde van een pand vaststellen op basis van de huurwaardekapitalisatiemethode, zolang zij daarbij uitgaat van marktconforme huurprijzen en voldoende rekening houdt met de verschillen in alle waardebepalende factoren.
Als de gemeente voor de bepaling van de WOZ-waarde gebruik maakt van de huurwaardekapitalisatiemethode zijn de huurwaarden van vergelijkbare objecten binnen de gemeente die op of rond de waardepeildatum zijn verhuurd van belang. In een zaak voor Rechtbank Arnhem stelde een man dat de gemeente de WOZ-waarde van zijn bedrijfspand moest verlagen, omdat de huurprijs niet marktconform zou zijn. Volgens de man had de gemeente uit moeten gaan van de koopprijs van het pand en niet van de huurprijs die de vorige huurder vóór de aankoop van het pand had betaald. De rechtbank zag echter geen aanleiding om de gemeente op te dragen de WOZ-waarde te verlagen, nu een derde ook akkoord zou zijn gegaan met deze huurprijs. De man verklaarde bovendien ter zitting dat de nieuwe huurder de huurovereenkomst onder dezelfde voorwaarden en tegen dezelfde huurprijs had overgenomen. De stelling dat huurbetalingen niet steeds tijdig werden gedaan en dat een huurvoorstel voor een lager bedrag werd gedaan was volgens de rechter niet van belang. Vaststelling van de WOZ-waarde op basis van de koopprijs zou volgens de rechter bovendien te ver van de waardepeildatum verwijderd zijn om relevant te zijn voor waardebepaling voor het belastingjaar in kwestie.
Wet: artikel 17 WOZ
Meer informatie: Rechtbank Alkmaar, 26 juli 2012 (gepubliceerd 1 augustus 2012) LJN: BX3334
Geef een reactie