Is iemand medeauteur van een wetenschappelijk boek over een onderwerp van een zaak waarin hij raadsheer is? Dat wil nog niet zeggen dat die raadsheer wordt geacht partijdig te zijn.
Op juiste moment wraken
Het recht op een eerlijk proces in een belangrijk burgerrecht in Nederland. Maar een eerlijk proces is alleen mogelijk als de behandelend rechter onpartijdig. Heeft een partij in een beroepsprocedure voor de rechter de indruk dat een of meer rechters partijdig of vooringenomen zijn? In dat geval kan hij verzoek tot wraking van deze rechter(s) indienen. Wraking is niet mogelijk als de onpartijdigheid niet in het geding is, al is dan misschien wel een klachtenregeling van toepassing. Ook in fiscale beroepsprocedures is het mogelijk om rechters te wraken. Dit kan in elke stand van het geding, gesteld dat de wrakingsgronden bekend zijn. Natuurlijk moet men eerst weten welke rechters de zaak gaan behandelen. Verder is een wrakingsverzoek niet-ontvankelijk als de verzoeker het indient nadat uitspraak is gedaan in de hoofdzaak.
Rechter berust zelden in wraking
Als een rechter gewraakt is, kan hij berusten in de wraking. In die situatie moet een andere rechter zijn rol overnemen. Maar in de praktijk berusten rechters zelden in wraking. Als de rechter niet berust in de wraking, komt het wrakingsverzoek voor de Wrakingskamer. In de praktijk blijkt de Wrakingskamer een verzoek om wraking meestal af te wijzen. Slechts bij uitzondering wijst de Wrakingskamer een verzoek tot wraking toe. Men kan overigens niet in beroep gaan tegen een beslissing van de Wrakingskamer.
Subjectieve test
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft in zijn arrest van 24 mei 1989, nr. 10486/83 bepaald dat de onpartijdigheid van de rechter is te beoordelen aan de hand van een subjectieve en een objectieve test. De subjectieve test betreft de persoonlijke instelling van de rechter. Daarbij is het uitgangspunt het vermoeden dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling onpartijdig is. Dit vermoeden pas opzij geschoven als een uitzonderlijke omstandigheid zich voordoet. Deze omstandigheid die een zwaarwegende aanwijzing vormt voor het oordeel (dat een objectief gerechtvaardigde vrees bestaat) dat een rechter vooringenomen is.
Objectieve test
De objectieve test betreft feiten of omstandigheden die, ongeacht de persoonlijke instelling van de rechter, grond geven voor de objectief gerechtvaardigde vrees dat een rechter niet onpartijdig is. Het is gemakkelijker om partijdigheid aannemelijk te maken met behulp van de objectieve toets. Hierbij is namelijk het aantonen van de (te vermijden) schijn van partijdigheid voldoende.
Geen gronden voor wraking
Processuele beslissingen kunnen in het algemeen geen grond voor wraking opleveren, tenzij er omstandigheden zijn die grond geven te vrezen dat het de rechter aan onpartijdigheid ontbreekt of waardoor de schijn van vooringenomenheid jegens verzoeker is gewekt Aan de hand van rechtspraak en/of de Leidraad Onpartijdigheid en nevenfuncties in de rechtspraak zullen onder meer de volgende redenen op zichzelf waarschijnlijk onvoldoende zijn om een wrakingsverzoek te honoreren:
- Behalve behandelend rechter is de rechter plaatsvervangend raadsheer bij het appelcollege.
- Tegen de rechter is een tuchtrechtelijke klacht ingediend.
- Het standpunt dat de zaak slechts mondeling door een advocaat is te bepleiten voor de Hoge Raad.
- Een raadsheer bij de Hoge Raad heeft vóór het bekleden van deze positie het standpunt van de Nederlandse Staat overgebracht bij het Hof van Justitie van de EU.
- Eerder heeft de rechter in een soortgelijke zaak beslist.
- Het niet nakomen van een toezegging om het proces-verbaal spoedig toe te zenden.
- In eerdere zaken heeft de rechter volgens de belanghebbende fouten gemaakt. De belanghebbende wil deze rechter in hoger beroep als getuige oproepen.
- De gemachtigde is geweigerd als gemachtigde door een meervoudige kamer van het hof, waarvan de behandelend raadsheer geen deel van heef tuitgemaakt.
- De enkele aankondiging van een uitspraak.
Raadsheer is medeauteur van boek over WOZ
Een bv heeft in een WOZ-zaak over objectafbakening een raadsheer gewraakt. Deze rechter is medeauteur van een boek over de Wet WOZ. Dit boek bevat het volgende citaat;
“Hoewel de objectafbakening rechtstreeks voortvloeit uit de wet en de heffingsambtenaar geen beleidsvrijheid heeft, blijkt uit de hiervoor opgenomen casuïstiek dat de specifieke omstandigheden van het geval toch tot verschillende en soms verrassende uitkomsten kunnen leiden .”
Een andere medeauteur is medewerker bij de Waarderingskamer geweest. De heffingsambtenaar krijgt ondersteuning van een aantal medewerkers van de Waarderingskamer. De bv vermoedt dat de auteurs van het boek het onderwerp objectafbakening onderling hebben besproken. Dit brengt het risico van beïnvloeding met zich.
Passage is slechts wetenschappelijk van aard
De raadsheer betwist dat hij met anderen spreekt over aangelegenheden waarmee hij als rechter heeft te maken. Er is geen aanwijzing dat hij dat wel degelijk heeft gedaan. Verder oordeelt Hof Den Haag dat betrokkenheid als auteur bij een wetenschappelijke uitgave over de WOZ nog geen schijn van vooringenomenheid oplevert bij de materie die in de hoofdzaak speelt. De desbetreffende passage uit het boek is neutraal en wetenschappelijk van aard. Bovendien zal van het boek geen herdruk verschijnen. De medeauteurs hoeven dus hierover geen contact meer te hebben. Ten slotte werkt de andere medeauteur al lang niet meer bij de Waarderingskamer. Hij is daarnaast slechts geadviseerd in de bezwaarfase. Het hof ziet hierin genoeg redenen om het wrakingsverzoek af te wijzen.
Kans op succesvolle wraking
Onder bijvoorbeeld de volgende omstandigheden heeft een wrakingsverzoek in beginsel een redelijke kans van slagen:
- De rechter die uitspraak doet in de bodemprocedure, heeft eerder op een verzoek om een voorlopige voorziening een oordeel heeft gegeven over de uitvoerbaarheid van een besluit.
- De rechter was in zijn vorige dienstbetrekking als belastinginspecteur betrokken bij de zaak of hij had bij deze zaak betrokken kunnen zijn.
- De rechter heeft enkele jaren geleden namens de staatssecretaris van Financiën een besluit genomen dat hij nu moet toetsen.
- De rechter was in een eerdere dienstbetrekking nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de voorlopers van de belastingverordeningen waarop de bestreden aan slag rust.
- Een procesdeelnemer is een persoonlijke of zakelijke kennis van de rechter.
- De rechter probeert de gemachtigde akkoord te doen gaan met een schikkingsvoorstel, maar de gemachtigde weigert.
Sanctie bij misbruik van wraking
Heeft de Wrakingskamer het idee dat de belanghebbende wraking misbruikt in de beroepsprocedure? Dan kan de Wrakingskamer bepalen dat zij een volgend wrakingsverzoek van die partij niet eens in behandeling zal nemen.
Wet: art. 8:15, 8.16, 8.17 en 8.18 Awb
Leidraad: Leidraad Onpartijdigheid en nevenfuncties in de rechtspraak
Geef een reactie