Een bestuurder die op non-actief is gesteld, maar die nog ingeschreven staat in het handelsregister en die partij is bij een bankcontract en lease-overeenkomst kan toch met succes een beroep doen op de disculpatiemogelijkheid in de invorderingswet. Melding van betalingsonmacht kan in dat geval achterwege blijven.
De ontvanger van de Belastingdienst kan een vennoot (de bestuurder) aansprakelijk stellen voor onbetaald gebleven belastingschulden van een vof. Als die vennoot kan bewijzen dat het niet aan hem is te wijten dat de belastingschulden niet zijn betaald, komen die schulden niet voor zijn rekening. Volgens Hof Den Bosch had een vennoot die op non-actief was gesteld en die aansprakelijk werd gesteld voor naheffingsaanslagen loonheffing van een medevennoot (een bv) aan die bewijslast voldaan. De vennoot had sinds zijn non-actiefstelling geen toegang meer tot de kantoren of de administratie van de vof en had zich sindsdien niet meer bemoeid met de ondernemingsactiviteiten van de onderneming. Het hof concludeerde op grond hiervan dat de vennoot niet meer kon functioneren als bestuurder. Hij kon namelijk sinds de non-actiefstelling niet meer de verantwoordelijkheid dragen voor de fiscale verplichtingen van de vof. Dat hij nog ingeschreven stond in het handelsregister en partij was bij een bankcontract en lease-overeenkomst en de fiscus niet had ingelicht over de betalingsonmacht van de vof deed er niet toe. De melding van betalingsonmacht geldt dus niet als een bestuurder een beroep doet op de disculpatiemogelijkheid in de invorderingswet.
Wet: artikel 33 INV 1990
Meer informatie: Hof Den Bosch, 24 januari 2013 (gepubliceerd 6 februari 2013), LJN: BW8704
Geef een reactie