De staatssecretaris heeft een memorie van antwoord inzake de Fiscale verzamelwet 2015 naar de Eerste Kamer gestuurd. Hij gaat in op vragen over de inhoudingsplicht bij rentevoordelen van oud-werknemers, de houdsterverliesregeling en de teruggaafregeling BPM.
Wiebes deelt het volgende mee:
-
De mogelijkheid tot het verleggen van de inhoudingsplicht bij rentevoordelen van oud-werknemers naar de pensioenuitvoerder wordt ingevoerd in het Uitvoeringsbesluit LB.
-
Het aanhouden van liquide middelen geldt als inactiviteit voor de toepassing van de houdsterverliesregeling. Liquide middelen kunnen het aanhouden van een positief saldo op de bankrekening, maar ook aandelen(fondsen), obligaties of andere vermogensbestanddelen omvatten. Uiteindelijk is bepalend of de middelen gemakkelijk in giraal (of chartaal) geld kunnen worden omgezet om (in aankoopsituaties) een deelneming te verwerven.
-
De houdsterverliesregeling kan ook van toepassing zijn als de dochter direct na aankoop met de moeder wordt gevoegd in een fiscale eenheid, of als de dochter (als onderdeel van een f.e.) wordt verkocht en als gevolg daarvan wordt ontvoegd. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat ook in deze situaties kortstondig sprake is van een deelnemingsverhouding, waarmee alle regelingen in de Vpb die aangrijpen bij deelnemingsverhoudingen (waaronder de houdsterverliesregeling), van toepassing kunnen zijn. Een uitzondering voor de houdsterverliesregeling zou een inbreuk zijn op deze jurisprudentie en is dus niet wenselijk.
-
Op grond van recht van de EU geldt geen minimumperiode voor het ‘duurzaam’ ingeschreven staan van een motorrijtuig in de EU-lidstaat of in een land van de EER waarnaar het motorrijtuig vanuit Nederland is geëxporteerd. Bij de aanpassing van de teruggaafregeling van BPM bij export van motorrijtuigen wordt daarom geen minimumperiode ingevoerd.
Meer informatie: Memorie van antwoord Fiscale verzamelwet 2015
Geef een reactie