De staatssecretaris heeft de memorie van antwoord bij de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) naar de Eerste Kamer gestuurd. Tevens informeerde hij de Eerste Kamer over de gewenste inwerkingtreding.
Wiebes noemt als voordeel van de wet DBA dat het na inwerkingtreding mogelijk is om in situaties waarin feitelijk sprake is van werknemerschap een correctieverplichting of een naheffingsaanslag voor de loonheffingen op te leggen bij de opdrachtgever. Bij de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) is het vrijwel onmogelijk om een naheffingsaanslag voor de loonheffingen op te leggen. Daarnaast laat de staatssecretaris weten dat partijen vrijwaring kunnen ontlenen aan een door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst, alleen indien zij in de praktijk volgens de overeenkomst handelen. Er is geen verplichting om van een dergelijke overeenkomst gebruik te maken. Werkgevers en werknemers kunnen ook zelf een overeenkomst voorleggen aan de Belastingdienst of zij kunnen zelf hun arbeidsrelatie beoordelen op de fiscale gevolgen.
Inwerkingtreding per 1 januari 2016 is wenselijk. Op die dag loopt namelijk de geldigheidsduur van de bestaande VAR’s af. Als de wet niet per 1 januari 2016 in werking treedt ontstaat onzekerheid over de status van de reeds afgegeven VAR’s, de noodzakelijke verlenging daarvan en de afgifte van nieuwe VAR’s, aldus Wiebes.
Meer informatie:
Memorie van Antwoord wet DBA, 25 september 2015
Brief over de wijziging van enkele belastingwetten (wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties), 28 september 2015
Geef een reactie