De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van Hof Amsterdam dat de Belastingdienst bij middeling het verschil in belasting minus het drempelbedrag van € 545 moet uitkeren aan de belastingplichtige.
Om de nadelige gevolgen van de pieken en dalen in box 1 van de inkomstenbelasting op te vangen, kan de belastingplichtige een middelingsteruggaaf aanvragen bij de Belastingdienst. Zie in dit kader het achtergrondartikel ‘Minder belasting door middeling’. De drempel van € 545 die bij middeling wordt gehanteerd geldt echter niet alleen als voorwaarde voor het verlenen van een middelingsteruggaaf. Het is dus niet zo dat de Belastingdienst de hele middelingsteruggaaf moet terugbetalen zodra deze meer is dan de drempel. Volgens het hof en nu ook de Hoge Raad stelt de wet nadrukkelijk dat de inspecteur de drempel in mindering moet brengen op de middelingsteruggaaf. Dit was volgens het hof ook de bedoeling van de wetgever. De wetgever zou namelijk niet willen dat het verschil te groot werd tussen belastingplichtigen die de drempel net niet halen en zij die de drempel net wel halen. De drempel van € 545 voor de toepassing van middeling is dus ook een drempelbedrag dat een eventuele teruggaaf vermindert.
Wet: artikel 3.154 Wet IB 2001
Meer informatie: Hoge Raad, 17 mei 2013, LJN: CA0231
Geef een reactie