Na afwijzing van een verzoek om openbaarmaking met een beroep op de Wet open overheid, kan de indiener van het verzoek in bezwaar gaan.
Op 9 augustus 2022 is een verzoek ingediend om openbaarmaking van alle documenten met betrekking tot het Aanspreekpunt Potentiële Buitenlandse Investeerders (APBI) over de periode 1995 tot en met 9 augustus 2022. Hieronder vallen ook documenten die zien op het functioneren van het APBI als aanspreekpunt voor het Ministerie van Financiën en collega’s van de Belastingdienst. Het verzoek is gebaseerd op de Wet open overheid (Woo). Op 2 september 2022 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken dit verzoek afgewezen. Hij stelt namelijk geen documenten te hebben gevonden die binnen de reikwijdte van het verzoek vallen. Maar de indiener van het verzoek vindt dat onaannemelijk. Daarom gaat de verzoeker in bezwaar tegen de afwijzing.
Gevraagde stukken zijn niet gevonden
De minister kan zich voorstellen dat sprake zou kunnen zijn van een faciliterende rol als gesprekken plaatsvinden tussen bedrijven en bijvoorbeeld het APBI en/of het Ministerie van Financiën en de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). In het kader van de heroverweging in bezwaar heeft hij daarom nogmaals de desbetreffende beleidsdirectie(s) benaderd. Maar dat heeft niet geresulteerd in het vinden van documenten. Het opnemen van contact het Ministerie van Economische Zaken en de NFIA heeft evenmin resultaat opgeleverd. Volgens de NFIA zijn bij gesprekken die (in het buitenland) worden georganiseerd met bedrijven alleen de partijen aanwezig die van belang zijn. Het APBI en de NFIA kunnen tot die partijen behoren. Dat betekent echter niet dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken dan ook partij is bij zulke gesprekken. Dat zou verklaren waarom de minister geen documenten heeft aangetroffen die vallen onder het Woo-verzoek. Met deze motivering verklaart de minister het bezwaar ongegrond.
Wet: art. 4.3 Woo
Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken 2 februari 2023, Min-BuZa.2023.14885-146
Geef een reactie