Het Europees Hof van Justitie heeft bepaald dat verzekeraars en banken in sommige gevallen ten onrechte geen omzetbelasting betalen. Het gaat om de vrijstelling van btw voor diensten die zij inkopen bij koepelorganisaties.
Belastingadviseurs stellen dat het arrest van het Hof verreikende gevolgen heeft voor verzekeraars en banken, omdat die betaalde btw niet kunnen aftrekken, aldus het FD.
Verzekeraars en banken die samen een bedrijf hebben opgericht om bepaalde diensten van af te nemen, hoeven geen btw te betalen over deze diensten als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. In Nederland doet die situatie zich met name voor bij verzekeraars. Verzekeraars van brandschade hebben de eerste hulp bij brand ondergebracht bij de Stichting Salvage.
Het arrest van het Hof betreft een dienstverlenend bedrijf binnen een internationale groep, namelijk het Poolse 'shared service center' voor de Europese dochterbedrijven van de Britse verzekeraar Aviva. Volgens Aviva hoeft het Poolse bedrijf geen btw in rekening te brengen voor de diensten die het verleent aan Europese zusterbedrijven. De Poolse minister van financiën dacht daar anders over en heeft in hoogste instantie gelijk gekregen van het Hof van Justitie.
Aanpassing regels
Het Hof oordeelt dat de zogeheten btw-koepelvrijstelling volgens de Europese regels voor de omzetbelasting alleen geldt als de leden van een samenwerkingsverband een activiteit van algemeen belang uitoefenen. In het geval van Aviva zijn de Europese dochterbedrijven de leden en is het Pools 'shared service center' het samenwerkingsverband. Van activiteiten van algemeen belang is in dit geval geen sprake, aldus het Hof.
Het arrest betekent volgens belastingadviseur Jeroen Bijl van EY dat Nederland zijn regels voor de btw-koepelvrijstelling moet aanpassen. Het roept bovendien de vraag op in hoeverre gemeenten die bepaalde ondersteunde diensten hebben samengevoegd in een apart bedrijf nog langer vrijgesteld zijn van btw over deze diensten.
Bron: FD, 22-09-2017
Geef een reactie