Op 17 juni jl. is met een groot aantal fracties overleg gevoerd over de mogelijke uitwerking van de belastingherziening. De staatssecretaris van Financiën informeert de Tweede Kamer nu in een brief over de maatregelen die in dit verband mogelijk zijn.
Het kabinet wil het uitzicht op lastenverlichting in ieder geval benutten door de lasten op arbeid fors te verlagen. Volgens staatssecretaris Wiebes van Financiën is hierdoor op hoofdlijnen een combinatie van de volgende maatregelen mogelijk:
- een impuls in de inkomensafhankelijke combinatiekorting en een verhoging van de kinderopvangtoeslag;
- een gericht loonkostenvoordeel om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken mensen met lage inkomens aan te nemen;
- een forse intensivering van de arbeidskorting voor inkomens tot ongeveer € 50.000;
- een verlaging van de tarieven in de tweede en derde belastingschijf van de inkomstenbelasting met circa 2%-punt;
- een verhoging van het aangrijpingspunt van het toptarief, waardoor belastingplichtigen vanaf een hoger inkomen het tarief van 52% gaan betalen;
- medefinanciering van deze maatregelen door een volledige afbouw van de algemene heffingskorting.
Volgens de staatssecretaris geeft dit pakket van maatregelen op langere termijn circa 35.000 extra banen, in belangrijke mate ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Verder gaan werkende huishoudens er gemiddeld 1,5% tot 3% in koopkracht op vooruit, terwijl de koopkracht van niet-werkenden stabiel blijft.
Hervorming rendementsheffing
In de brief aan de Tweede kamer noemt de staatssecretaris ook andere maatregelen die als doel hebben het stelsel te vereenvoudigen, de belastingwetgeving begrijpelijker te
maken voor burgers en bedrijven en beter uitvoerbaar zijn door de Belastingdienst. Zo wil het kabinet de vermogensrendementsheffing hervormen. Het kabinet heeft dan ook een alternatief uitgewerkt waarin het rendement per vermogenstitel (spaarsaldo, aandelenportefeuille, onroerend goed) periodiek wordt herijkt op basis van in de markt gerealiseerde rendementen. De vermogensmix van de belastingplichtige wordt langs forfaitaire maatstaven gedifferentieerd, zodat die gemiddeld beter aansluit bij de genoten rendementen. Het tarief van 30% blijft ongewijzigd. Het kabinet beziet de mogelijkheden van een uitvoerbare tegenbewijsregeling.
Andere mogelijke maatregelen
Ook geeft de staatssecretaris aan dat er politiek draagvlak lijkt te zijn voor onder meer uniformering van de btw met uitzondering van voedingsmiddelen, een meer gelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen, verdere vergroening en verruiming van het gemeentelijk belastinggebied.
Meer informatie: ministerie van Financiën, 19 juni 2015, Belastingherziening, AFP2015/512
Geef een reactie