Wanneer een ondernemer tegen vergoeding telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten aan particulieren in andere EU-lidstaten levert, kan hij met toepassing van de mini-one-stop-shop-regeling (MOSS-regeling) de btw die hij over deze diensten moet betalen aangeven via één land. Maar dan nog kan de ondernemer voor bepaalde problemen komen te staan.
Vanaf 1 januari 2015 zijn telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten die de ondernemer verricht aan particuliere afnemers – net als wanneer deze diensten aan ondernemers worden verricht – belast in het land waar de (niet-belastingplichtige) afnemer woont. Het gaat om diensten die over het internet of een digitaal netwerk worden geleverd. Ze zijn voor een groot deel geautomatiseerd en kunnen niet zonder informatietechnologie worden geleverd.
Hoe werkt de MOSS-regeling?
Om te voorkomen dat de ondernemer zich in elke EU-lidstaat waar hij digitale diensten levert moet registreren, mag hij – onder voorwaarden – in één EU-land (bijvoorbeeld Nederland) aangifte doen voor de btw die hij in andere EU-lidstaten verschuldigd is. De ondernemer stuurt dan ieder kwartaal digitaal via het beveiligde gedeelte van de internetsite van de Belastingdienst de btw-melding (btw-aangifte) in en betaalt de btw in één bedrag aan de Belastingdienst. Het verschuldigde bedrag moet uiterlijk 20 dagen na afloop van het tijdvak zijn betaald. De Belastingdienst splitst vervolgens de btw-melding uit naar de betrokken lidstaten en stuurt de gegevens door. Vervolgens verdeelt zij het geld over de lidstaten.
Aanmelding in Nederland
Om gebruik te maken van de MOSS-regeling moet de ondernemer zich registreren bij de Belastingdienst. Deelname aan de MOSS-regeling voorkomt echter niet alle administratie lasten. Zo kan de Belastingdienst het registratieverzoek afwijzen als de ondernemer zich al eerder in een ander EU-lidstaat heeft aangemeld. Maar ook een late aanmelding kan soms voor problemen zorgen. De ondernemer geeft in het registratieformulier de gewenste ingangsdatum aan. Vanaf die datum moet hij dan btw-meldingen doen. Meldt de ondernemer zich te laat aan, dan is deelname mogelijk in het lopende kwartaal. Voor de digitale diensten waar de ondernemer de MOSS-regeling niet op kan toepassen vanwege de te late aanmelding, moet hij contact opnemen met de belastingdienst van de EU-lidstaat waar de dienst is verricht. Daar moet hij dan navragen of hij zich in dat EU-lidstaat alsnog moet aanmelden.
Voorbelasting terugvragen
Daarnaast kan de ondernemer geen btw uit andere EU-lidstaten terugvragen via de MOSS-regeling. Hij kan dit wel doen via ‘Terugvraag van btw uit andere EU-landen’ via de portaalsite van de Belastingdienst.
Btw-tarieven
Omdat de digitale diensten belast zijn in het land waar de particuliere afnemer woont, gelden ook de btw-tarieven van dat land. De ondernemer moet de tarieven zelf zien te achterhalen. Op de internetsite van de Europese Commissie staan altijd de meest recente btw-tarieven.
Correctie
Een eventuele correctie moet de ondernemer aanbrengen binnen drie jaar na de datum waarop de oorspronkelijke btw-melding had moeten worden gedaan. En die correctie moet in de oorspronkelijke btw-melding worden gedaan en niet door een aanpassing van een latere btw-melding. Vervolgens stuurt de Belastingdienst de correctie naar de betrokken EU-lidstaat. Leidt de correctie tot een teruggaaf, dan krijgt de ondernemer van het betrokken EU-lidstaat te horen hoe hij de teruggaaf krijgt. Ook als de afnemer niet betaalt voor de geleverde diensten moet de ondernemer een correctie aanbrengen in de oorspronkelijke btw-melding. Daarin geeft hij dan aan hoeveel btw hij wil terugkrijgen. Hij zal in verband met de oninbaarheid van de vordering immers recht hebben op een btw-teruggaaf. Het betrokken EU-lidstaat zal de correctie controleren om te zien of deze overeenkomst met haar btw-voorschriften.
PE-Pitstop E-commerce en btw
Meer weten over btw bij e-commerce? Kom naar de PE-Pitstop van prof.dr. Redmar Wolf op 13 december 2016.
Administratieve verplichtingen
De ondernemer die gebruikmaakt van de MOSS-regeling, moet in zijn administratie minimaal 10 jaar alle informatie bewaren over digitale diensten die hij (aan particulieren) levert. Hierbij moet u denken aan het soort dienst, de datum van dienstlevering, de btw die verschuldigd is en de lidstaat van verbruik waar de dienst wordt geleverd. De ondernemer moet deze gegevens op verzoek van de Nederlandse of een buitenlandse belastingdienst digitaal kunnen verstrekken. En voor facturen gelden de regels van de lidstaat waar de dienst is geleverd. Ook daarin moet de ondernemer zich dus verdiepen. De ondernemer moet tot slot ook vast kunnen stellen waar de afnemer woont. Daarvoor heeft hij in elk geval 2-niet tegenstrijdige zakelijke bewijsmiddelen nodig. Bijvoorbeeld het factuuradres, bankgegevens en het internetprotocoladres (IP-adres).
Let op!
De ondernemer is niet verplicht om gebruik te maken van de MOSS-regeling en na aanmelding kan hij zich ook weer uitschrijven.
Geef een reactie