In een bezwaar- en beroepsprocedure tegen een informatiebeschikking kan men niet eindeloos vragen om uitstel voor het leveren van nadere motivering. Evenmin kan de belanghebbende volstaan met de enkele stelling dat hij refereert, zo blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland.
De Belastingdienst had van de Zwitserse fiscale autoriteiten vernomen dat een Nederlandse man een Zwitserse rekening aanhield zonder deze op te geven in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur verzocht daarom de man een ‘Verklaring vermogen in het buitenland’ in te vullen en op te sturen. De man ging niet in op dit verzoek, waarop de Belastingdienst hem een informatiebeschikking oplegde. De man diende een pro forma bezwaarschrift in tegen deze informatiebeschikking. Zijn gemachtigde vroeg diverse malen om uitstel voor het aanleveren van nadere motivering, dat de fiscus ook verleende. Uiteindelijk was het geduld van de inspecteur echter op. Hij verklaarde het bezwaarschrift niet-ontvankelijk. De man ging in beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring. Maar opnieuw verzocht zijn gemachtigde steeds om uitstel voor het leveren van een nadere motivering. De uiteindelijke motivering bleef beperkt tot de stelling dat de man refereerde en een ontkenning dat hij de Zwitserse bankrekening aanhield. De rechtbank vindt deze motivering te mager en verklaart het beroep tegen de informatiebeschikking ongegrond.
Wet: art. 6:5, eerste lid, onderdeel d Awb
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 30 juli 2018 (gepubliceerd 13 augustus 2018), ECLI:NL:RBNHO:2018:7043
Geef een reactie