Minister Kaag gaat overleggen met de NVB en DNB om te kijken of er mogelijkheden zijn om voor kleinschalige lokale liefdadigheidsorganisaties de Wwft-procedures beter toegankelijk te maken. Dit antwoordt de minister op Kamervragen over ongewenste effecten van strengere regelgeving om fraude en witwassen tegen te gaan.
Minister Kaag heeft specifiek over de effecten van de maatregelen uit de implementatiewet van de vierde antiwitwasrichtlijn op instellingen die onder de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft) vallen een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren. De resultaten van dit onderzoek geven samen met de evaluatie door de Europese Commissie een beeld van de effecten van deze wetgeving. Deze evaluatie wordt in de eerste helft van 2022 met beide Kamers gedeeld. De Algemene Rekenkamer verricht op dit moment onderzoek naar de opbrengsten van de meldketen. Naar verwachting presenteert de Algemene Rekenkamer haar rapport in het voorjaar van 2022.
Uitvoering Wwft
Naast deze evaluaties is het ministerie in voortdurend overleg met toezichthouders, opsporingsinstanties en vertegenwoordigers van financiële instellingen om actuele onderwerpen op het gebied van witwassen en betalingsverkeer te bespreken. In deze gesprekken komt ook de constatering aan bod dat consumenten en rechtspersonen vaker geconfronteerd worden met de gevolgen van de uitvoering van de Wwft. Signalen die Kaag ontvangt over onwenselijke gevolgen van antiwitwaswetgeving neemt de minister serieus. Kaag is in gesprek met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Nederlandsche Bank (DNB) om te kijken waarom er knelpunten voor burgers ontstaan in de toepassing van de Wwft en welke groepen in de samenleving hiervan negatieve effecten ondervinden.
Daarnaast werkt de NVB op dit moment aan een inventarisatie van de tot op heden bekende knelpunten die hopelijk meer inzicht biedt in deze problematiek en handvatten biedt voor oplossingen. Vooralsnog heeft de minister geen signalen dat het voor goede doelen of kerken op dit moment onmogelijk is om een bankrekening te openen. Kaag herkent wel dat dit bewerkelijker is dan voorheen en dat het bij sommige banken op dit moment niet mogelijk is voor specifieke rechtsvormen om direct een rekening te openen.
Onvoldoende naleving in deel bancaire sector
Voorts heeft DNB in 2021 aangegeven dat er nog onvoldoende naleving is in een deel van de bancaire sector en dat de problemen omvangrijk en persistent zijn. Banken hebben de zelfstandige verantwoordelijkheid om deze achterstanden in te lopen en de verwachting is dat deze op termijn zullen zijn weggewerkt. DNB noemt dat bij 28 banken (ongeveer een derde van alle banken die onder Wwft-toezicht van DNB vallen) herstel- en verbetertrajecten lopen. Dit is, samen met de teruglopende risicobereidheid van banken voor Wwft-gerelateerde risico’s maar ook andere integriteitsrisico’s, een mogelijke verklaring voor het feit dat sommige rechtsvormen niet direct een rekening kunnen openen bij bepaalde banken. De omvang van een klant is niet van doorslaggevende betekenis voor de mate van risico. Kleine organisaties komen dan ook niet per se in aanmerking voor een lichtere beoordeling. Kaag gaat overleggen met de NVB en DNB – en ook de branchevertegenwoordiging – om te bezien of er mogelijkheden zijn om voor kleinschalige lokale liefdadigheidsorganisaties de Wwft-procedures beter toegankelijk te maken door betere informatieverstrekking naar deze organisaties en duidelijker onderscheid aan te brengen tussen rechtsvormen met een hoger en lager risico.
Online cursus aansprakelijkheid van de adviseur
Bij de naleving van de Wwft kan de belastingadviseur rekenen op een toenemende belastingstelling. De belastingadviseur kan ook langs civiele weg met claims worden geconfronteerd. Hierbij gaat het niet alleen om ontevreden cliënten die schadevergoeding vorderen vanwege wanprestatie. Ook de Belastingdienst maakt in voorkomend geval gebruik van zijn civiele bevoegdheden om niet-betaalde belastingschulden op derden te verhalen. In welke gevallen kan de belastingadviseur aansprakelijk worden gesteld? En hoe kan de belastingadviseur zich hiertegen wapenen? In deze cursus krijgt u antwoord op deze vragen.
Geef een reactie