Als iemand geen suppletieaangiften omzetbelasting indient, is dit niet strafbaar. De fiscale wetgever heeft ervoor gekozen dit als beboetbaar feit te kwalificeren. Bovendien zou het strafbaar stellen van de weigering te voldoen aan de suppletieplicht in strijd komen met het nemo-teneturbeginsel.
Een B.V. oefende een transportonderneming uit. Deze B.V. verkeerde in financieel zwaar weer. Daarom had de accountant aan de dga en haar echtgenoot voorgesteld om de aangiften omzetbelasting naar beneden bij te stellen, zodat door de vennootschap over de betreffende tijdvakken minder belasting zou worden afgedragen dan daadwerkelijk was verschuldigd. De dga en haar echtgenoot gingen akkoord. De dga gaf telkens door hoeveel geld beschikbaar was voor afdracht aan omzetbelasting. Daarop berekende de accountant op basis van dit bedrag de aan te geven omzet in de aangifte omzetbelasting. Over de aangiftetijdvakken werden op die wijze onjuiste aangiften omzetbelasting ingediend. Hoewel wettelijk verplicht, verzuimde de B.V. bovendien om suppletieaangiften omzetbelasting in te dienen.
Wel bewezen, maar niet strafbaar
Hof Den Bosch oordeelt dat bewezen kan worden verklaard dat de dga namens de B.V. opzettelijk niet aan haar suppletieplicht heeft voldaan. Het niet voldoen aan de suppletieplicht is echter niet strafbaar. Het hof komt tot dit oordeel op basis van de wetsgeschiedenis. Het niet voldoen aan de suppletieplicht is bewust overgebracht van het strafrecht naar het fiscaal beboetbare feit. De suppletieplicht is ook in strijd met het zogeheten nemo-teneturbeginsel. Een verdachte kan op geen enkele wijze worden verplicht tot het verlenen van medewerking aan het verkrijgen van voor hem mogelijk bezwarend bewijsmateriaal. Hof Den Bosch verleent de verdachte dga daarom ontslag van alle rechtsvervolging ten aanzien van de weigering te voldoen aan de suppletieplicht.
Wet: art. 10a AWR en art. 15 UB OB 1968
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 10 juli 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2879
Geef een reactie