Het is mogelijk dat een belastingplichtige in de EU een boete krijgt als hij weigert inlichtingen te verstrekken die de fiscus van zijn land wil doorsturen naar een buitenlandse belastingdienst. In zo’n geval kan de belastingplichtige de zaak voorleggen aan de nationale rechter. Deze kan dan toetsen of de buitenlandse belastingdienst om de desbetreffende inlichtingen mag vragen.
De mogelijkheid van toetsing van een inlichtingenverzoek van een buitenlandse fiscus blijkt uit een arrest van het Hof van Justitie van de EU. Het hof kreeg prejudiciële vragen voorgelegd naar aanleiding van de volgende zaak. Een Luxemburgse vennootschap had dividend ontvangen van een Franse dochtermaatschappij. Op het dividend was geen bronheffing ingehouden. De Franse fiscus wilde weten of dit terecht was en verzocht de Luxemburgse belastingdienst om nadere inlichtingen. Toen de Luxemburgse inspecteur de informatie opvroeg bij de vennootschap, wilde de vennootschap maar een deel van de gegevens verstrekken. De Luxemburgse belastingdienst legde de vennootschap daarom een boete op.
Beroep op Handvest
De Luxemburgse vennootschap begon een beroepsprocedure. Het hof oordeelde dat de vennootschap een beroep kon doen op het Handvest van de grondrechten van de EU. Het gevolg is dat een belastingplichtige die een boete krijgt voor het niet verstrekken van informatie, die is gevraagd in het kader van een uitwisseling van inlichtingen, het verzoek kan voorleggen aan de nationale rechter. Deze rechter zal dan toetsen of de buitenlandse fiscus de desbetreffende informatie mag opvragen en of terecht een boete is opgelegd. Voor het opvragen van informatie en het opleggen van een boete is in ieder geval vereist dat sprake is van een verwacht belang van de informatie voor de buitenlandse belastingdienst.
Richtlijn: artikelen 1, eerste lid en 5 Richtlijn 2011/16/EU
Handvest: artikelen 47 en 51 Handvest van de grondrechten van de EU
Meer informatie: Hof van Justitie van de EU 16 mei 2017, C-682/15
Geef een reactie