De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2001-2008 moeten worden vernietigd wegens gebrek aan voortvarendheid bij het opleggen door de inspecteur. Mr. Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma geeft een commentaar bij dit arrest.
Een man is op 4 juni 2014 ingekeerd ter zake van drie verzwegen Luxemburgse bankrekeningen, waaronder een bankrekening ten name van een buitenlandse vennootschap. In de periode 29 oktober 2014 tot 16 juni 2016 heeft de man desgevraagd informatie aan de inspecteur verstrekt. Op 12 september 2016 heeft de behandelend ambtenaar een e-mail aan een collega verzonden over het dossier van de man. De inspecteur heeft de man op 24 november 2016 verzocht in te stemmen met verlenging van de navorderingstermijn voor de navorderingsaanslagen IB/PVV 2001 t/m 2003. Aan de man zijn navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd over 2001 t/m 2010, 2012 en 2014. De in geschil zijnde navorderingsaanslagen over 2001 t/m 2008 zijn vastgesteld in de periode van 23 december 2016 t/m 20 februari 2017.
Inspecteur heeft niet voldaan aan het voortvarendheidsvereiste
Hof Den Bosch (ECLI:NL:GHSHE:2022:4702) heeft geoordeeld dat de inspecteur bij het opleggen van deze navorderingsaanslagen heeft voldaan aan het voortvarendheidsvereiste. De Hoge Raad deelt die visie echter niet. Anders dan waarvan het hof is uitgegaan, mocht de inspecteur niet wachten met het opleggen van de navorderingsaanslagen over 2001 t/m 2008 totdat hij zich in staat achtte alle hiervoor genoemde navorderingsaanslagen op te leggen.
E-mail niet van belang
Het oordeel van het hof dat de e-mail van 12 september 2016 van belang is, acht de Hoge Raad onbegrijpelijk. Die e-mail gaat uitsluitend over de fiscale kwalificatie van het belang van de man in een vennootschap. De rekening ten name van die buitenlandse vennootschap is in 2009 geopend en de man is op 14 mei 2009 enig aandeelhouder van die buitenlandse vennootschap geworden, zodat relevantie voor het vaststellen van de navorderingsaanslagen over 2001 t/m 2008 ontbreekt, nu de inspecteur hiermee bekend was. Ook het verzoek aan de man om in te stemmen met verlenging van de navorderingstermijn is in dit verband niet van belang, omdat zo’n verzoek geen handeling is die rechtstreeks is gericht op het voortvarend voorbereiden en vaststellen van de navorderingsaanslagen.
Vernietiging navorderingsaanslagen
De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak en doet zelf de zaak af. Uit het dossier maakt de Hoge Raad op dat tussen 16 juni 2016 en het opleggen van de navorderingsaanslagen een onverklaarbare vertraging is opgetreden van meer dan zes maanden, zodat niet is voldaan aan het voortvarendheidsvereiste. Daarom vernietigt de Hoge Raad de bestreden navorderingsaanslagen.
Wet: art. 16 AWR
Bron: Hoge Raad 1 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1557, 23/00324
Reactie mr. Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma
Taxence vroeg mr. Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma van HuygenLammers Advocaten om een commentaar.
In een arrest van de Hoge Raad van vrijdag 1 november 2024 zijn navorderingsaanslagen met betrekking tot verzwegen Luxemburgse bankrekeningen vernietigd. Dit is een gevolg van verschil in navorderingstermijn voor binnenlandse en buitenlandse tegoeden. Centraal in dit arrest staat de vraag naar de voortvarendheid van de belastingautoriteiten.
Recap: waar komt het ‘voortvarendheidsvereiste’ vandaan?
In eerdere zaken, X en Passenheim-van Schoot, heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ). Deze vragen betroffen de langere navorderingstermijn van twaalf jaar voor buitenlandse tegoeden in vergelijking met de vijfjarige termijn voor binnenlandse tegoeden. Het HvJ oordeelde dat deze langere termijn een belemmering kan vormen voor het vrije verkeer van diensten en kapitaal, maar dat deze belemmering gerechtvaardigd kan zijn ter bestrijding van belastingfraude.
Naar aanleiding daarvan had de Hoge Raad geoordeeld dat de verlengde navorderingstermijn alleen kan worden toegepast als:
- de belastingautoriteiten voortvarend handelen zodra zij op de hoogte zijn van verzwegen tegoeden;
- dat een vertraging van meer dan zes maanden bij het opleggen van navorderingsaanslagen niet voortvarend is, tenzij er een redelijke verklaring voor die vertraging is.
Het oordeel in deze zaak
De Hoge Raad fileert in het voorliggende arrest of de verschillende rechtvaardigingen die eerder door de rechtbank en het hof zijn geopperd. Doorstaan zij de toets?
- Wachten op andere procedures: geen rechtvaardiging.
Dat de inspecteur nog niet klaar was om de latere jaren (ook) direct op te leggen, betekent niet dat die daarop mag wachten met het opleggen van de navorderingsaanslag over de oudere jaren.
- Interne vraag die niet relevant kan zijn voor betreffende jaar: geen rechtvaardiging.
Er was binnen de Belastingdienst een interne discussie over een belang in een vennootschap of afgezonderd particulier vermogen (APV). Maar die bestond pas vanaf 2009. Geen reden dus om te wachten met de jaren tot en met 2008.
- Verzoek om akkoord uitstel aan belastingplichtige: geen rechtvaardiging.
De inspecteur had de belastingplichtige gevraagd om akkoord te gaan met het later opleggen van aanslagen, buiten de wettelijke termijn. Maar dat de Belastingdienst meer tijd vraagt, betekent niet dat die bezig is met het voortvarend opleggen van aanslagen. Alleen dat die voorkomt dat wettelijke termijnen verstrijken.
Relevantie voor andere zaken
Het voortvarendheidsvereiste is van groter belang geworden door invoering van de ‘Edelweissregeling’: de bepaling die maakt dat sinds 2012 erfbelasting over buitenlandse bestanddelen nooit meer verjaart.
Omdat die regeling ‘nieuw’ is sinds het EU Verdrag van 1993, geldt – anders dan bij de reguliere verlengde navorderingstermijn – voor een beroep op bijvoorbeeld de EU-vrijheid van kapitaalverkeer geen beperking tot EU-landen. Daardoor geldt de voortvarendheidseis bij navordering van erfbelasting óók als het om andere bronlanden gaat, zoals Zwitserland.
Binnenkort verschijnt een uitgebreid commentaar van Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma in NTFR. Nog geen abonnee? Klik dan hier om 3 maanden kennis te maken met NTFR.
Geef een reactie