Met de komst van het nieuwe belastingverdrag gaat Nederland voor verdeling van het heffingsrecht over ontslagvergoedingen uit van het nieuwe OESO-commentaar. Of Duitsland deze visie volgt is onzeker volgens Van Schendel in het Weekblad Fiscaal Recht. Het probleem van dubbele heffing of heffingsvacuüm blijft dan bestaan.
Bij heffing over ontslagvergoedingen van werknemers die grensoverschrijdend werken in Nederland en Duitsland, ontstond in het verleden geregeld discussie over verdeling van het heffingsrecht ondanks aanwezigheid van een belastingverdrag.
Besluit 2007
Om dubbele vrijstelling of belastingheffing te voorkomen, vaardigden de Nederlandse en Duitse autoriteiten in 2007 een besluit uit waarin zij een verdeling van het heffingsrecht overeen kwamen. Volgens Gerechtshof ’s-Hertogenbosch miste dit besluit echter rechtskracht. Met de komst van het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland per 1 januari 2016 is dit besluit ingetrokken (behoudens de overgangsperiode van één jaar).
OESO-commentaar
In juli 2014 verscheen een actualisering van het OESO-modelverdrag en bijbehorende commentaar op artikel 15. Op grond daarvan vindt toerekening van een ontslagvergoeding plaats op basis van de laatste twaalf maanden van uitoefening van de dienstbetrekking. Dit nieuwe commentaar moet sindsdien als uitgangspunt worden genomen bij de toepassing van de Nederlandse belastingverdragen die op het OESO-modelverdrag zijn gebaseerd. Voor situaties met Duitsland werd echter een voorbehoud gemaakt onder verwijzing naar het besluit uit 2007. Nu dit besluit is ingetrokken, zal Nederland ook voor situaties met Duitsland uitgaan van dit OESO-commentaar.
Hoe kijkt Duitsland hier tegenaan?
Volgens de heer Van Schendel is nog onzeker wat Duitsland van het nieuwe OESO-commentaar vindt. In WFR 2016/45 geeft hij aan niet te verwachten dat het Bundesfinanzhof zijn rechtspraak zal herzien als reactie hierop. Het lijkt dat sterk wordt vastgehouden aan een statische verdragsuitleg in plaats van de door Nederland voorgestane dynamische verdragsinterpretatie, aldus Van Schendel. Daarbij was het nieuwe OESO-commentaar pas gepubliceerd ná sluiting van het nieuwe belastingverdrag. Onbegrijpelijk is dat Nederland en Duitsland in de onderhandelingen over het nieuwe verdrag niets fatsoenlijks hebben geregeld over hun heffingsrechten ten aanzien van grensoverschrijdende ontslagvergoedingen. Zolang de Duitse rechter blijft vasthouden aan woonstaatheffing, is verdragsaanpassing de enige effectieve oplossing volgens Van Schendel.
Bron: Weekblad Fiscaal Recht, 23 februari 2016, WFR 2016/45
Geef een reactie