De regeling waarin de verdeling van de heffingsrechten over ontslagvergoedingen voor Nederland en Duitsland nader is geregeld, kan volgens het hof geen wijziging brengen in de werking van het belastingverdrag.
In deze zaak bestond discussie over de vraag over welk deel van de ontslagvergoeding voorkoming van dubbele belasting moest worden verleend vanwege toewijzing aan Duitsland. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde hierover eerder al dat het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland de toedeling van heffingsrecht bepaalde, en niet het besluit inzake heffing over afkoopsommen. Volgens Gerechtshof ’s-Hertogenbosch staat het de verdragsstaten vrij de verdeling van de heffingsbevoegdheid over ontslagvergoedingen beter te regelen, maar een dergelijke wijziging dient plaats te vinden door een wijziging van het verdrag. De regeling overtreft de reikwijdte van artikel 25, lid 2 van het verdrag. Van ‘moeilijkheden en twijfelpunten, die zich bij de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst voordoen’ is alleen sprake als het een nadere uitwerking betreft van hetgeen rechtstreeks uit het verdrag volgt. De regeling kon ook niet bewerkstelligen dat de verdeling van de heffingsbevoegdheden volgens het Nederlands-Duitse verdrag met terugwerkende kracht werd gewijzigd. Mocht er wel sprake zijn van terugwerkende kracht, dan vormde dat in dit geval een inbreuk op artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, aldus het hof.
Toepassing besluit m.i.v. nieuw belastingverdrag per 2016
In onderdeel 7 van het besluit is opgenomen dat zodra het huidige belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland buiten werking treedt, dit ook geldt voor de in het besluit neergelegde regeling. Uit een Kamerbrief van 5 september 2014 blijkt dat tijdens het overleg met Duitsland in juli 2014 het voornemen is uitgesproken de regeling ongewijzigd voort te zetten. De nieuw uit te brengen regeling zou in overleg met de Duitse bevoegde autoriteit aan de bewoordingen van het verdrag worden aangepast en na inwerkingtreding van het verdrag worden gepubliceerd.
Wet: artikelen 10, 20 en 25 Belastingverdrag Nederland – Duitsland en het besluit van 14 november 2007, IFZ 2007/754M
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 13 november 2015 (gepubliceerd 30 november 2015), ECLI:NL:GHSHE:2015:4530
Geef een reactie