De Minister van Buitenlandse Zaken heeft het officiële standpunt van de Nederlandse regering, verwoord in een zogeheten ‘fiche’, over de Europese plannen tegen belastingontwijking naar de Tweede Kamer gestuurd.
Eind januari presenteerde de Europese Commissie (EC) haar plannen om een aantal van de BEPS actiepunten die in OESO en G20-kader zijn afgesproken, om te zetten in 'hard law'; via richtlijnen in nationale wetgeving en deels via een aanbeveling om bilaterale belastingverdragen aan te passen.
Nieuw is nu het officiële standpunt van de Nederlandse regering over het voorstel van de Commissie. Wat in de fiche vooral wordt belicht, is de bijzondere positie die Nederland op dit moment inneemt vanwege het voorzitterschap van de EU. Een EU-voorzitter wordt geacht geen uitgesproken standpunt in te nemen en dat doet de Nederlandse regering dus ook niet. Dat brengt mee dat bij een ontwikkeling die evident grote impact zal hebben op de Nederlandse wetgeving en het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat, de regering zich enigszins op de vlakte moet houden. En dat ademt het stuk dan ook uit.
EC-plannen gaan verder dan BEPS-actieplan
Nederland is voorstander van 'hard law' vanwege de juridische zekerheid die hiermee ontstaat en vanwege het gelijke speelveld dat zo wordt gecreëerd. De regering plaatst een belangrijke kanttekening dat de EU-plannen op onderdelen verder gaan dan het BEPS-actieplan van de OESO. Dat zien we bijvoorbeeld bij de switch-overbepaling, die maakt dat belastingheffing moet plaatsvinden over dividenden van een dochteronderneming waar de winst is onderworpen aan een substantieel lager tarief. Een dergelijke regel heeft Nederland al; voor laagbelaste beleggingsdeelnemingen geniet de moeder niet de deelnemingsvrijstelling maar hooguit een verrekening van de eerder betaalde winstbelasting.
Het is nu wachten op de reactie van het Europees Parlement, die zich in mei over de voorstellen van de Commissie buigt.
Meer informatie: Kamerstuk 22112 nr. 2071 (7 maart 2016)
Geef een reactie