Nederland accepteert alle bepalingen van het multilateraal instrument (MLI) om belastingverdragen aan te passen aan de verdragsgerelateerde BEPS-uitkomsten. De staatssecretaris van Financiën heeft wel commentaar over enkele specifieke keuzes en voorbehouden met een fiscaaltechnische achtergrond. Dat blijkt uit zijn reactie op Kamervragen over de hoofdlijnen van MLI BEPS.
De voorbehouden worden hieronder besproken.
De ‘saving clause’
De MLI schept de mogelijkheid om de zogenoemde ‘saving clause’ niet op te nemen. De staatssecretaris voorstaat een volledig voorbehoud op de bepaling, omdat naar zijn mening te complex is en geen toegevoegde waarde heeft. De saving clause maakt expliciet dat landen onder het verdrag het recht behouden hun inwoners te belasten volgens hun nationale regels, met enkele uitzonderingen om dubbele belasting te voorkomen.
Antisplittingbepaling
De antisplittingbepaling of de ‘splitting-up of contracts’ beoogt te voorkomen dat contracten op kunstmatige wijze worden opgeknipt, waardoor niet wordt voldaan aan de periode die bij bouw- en constructiewerkzaamheden wordt vereist voor het constateren van een vaste inrichting. Het kabinet onderschrijft dit principe en Nederlandse verdragen kennen dan ook al de vergelijkbare offshore-bepaling.
Verplichte en bindende arbitragebepalingen
Hoewel het kabinet voorstander is van het opnemen van verplichte en bindende arbitragebepalingen in belastingverdragen, vindt de staatssecretaris dit onwenselijk voor de Nederlandse verdragen waarin dit al geregeld is. Nederland wil de bepalingen wel in de MLI opnemen.
Multilateraal instrument
De tekst van het MLI is op 24 november 2016 vastgesteld. Het MLI is een multilateraal verdrag waarmee wordt beoogd bestaande bilaterale belastingverdragen op een efficiënte wijze aan te passen aan de verdragsgerelateerde BEPS-maatregelen die op 5 oktober 2015 zijn gepubliceerd.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 21 maart 2017
Geef een reactie