Als een bv haar werknemers verbiedt een auto van de zaak voor privédoeleinden te gebruiken, moeten de bestuurders van die bv sancties opleggen aan werknemers die toch privéritten maken. Het privégebruik kan bijvoorbeeld bekend worden als de werknemer tijdens een privérit een bekeuring krijgt. Als de bestuurders van de bv de sancties nalaten, riskeren zij een forse vergrijpboete als de bv deze boete niet kan betalen.
De werkgever moet werknemers die het verbod op privégebruik van de auto van de zaak schenden ook bestraffen om fiscale redenen. Zonder deze sancties moet de werkgever namelijk de bijtelling vanwege privégebruik van de auto van de zaak toepassen bij deze werknemers. Als de werknemer in het weekend of op een verlofdag een bekeuring krijgt terwijl hij met de auto van de zaak rijdt, is dit een duidelijke aanwijzing dat die werknemer de auto toch in privé gebruikt. Een bv die niet aannemelijk kon maken dat zij iets met zo’n soort aanwijzing had gedaan, kreeg een naheffingsaanslag opgelegd. Rechtbank Arnhem vond dat de bv zelfs zo nalatig was geweest, dat de Belastingdienst de bv een vergrijpboete mocht opleggen. Omdat de bv deze boete niet kon betalen en evenmin een melding van betalingsonmacht had gedaan, mocht de fiscus de bestuurders van deze aansprakelijk stellen.
Wet: artikel 13bis, vijfde lid, onderdeel c LB 1964 en artikel 36, eerste lid IW 1990
Meer informatie: Rechtbank Arnhem, 15 januari 2013, LJN: BY8191
Geef een reactie