Als een bestuurder aansprakelijk is gesteld voor de niet-betaalde belastingschulden van zijn bv, kan hij niet automatisch ook aansprakelijk worden gesteld voor de invorderingsrente en de invorderingskosten van de opgelegde naheffingsaanslagen. De Hoge Raad oordeelde dat het niet-betalen van de aanslagen niet per se aan de bestuurder te wijten hoeft te zijn.
In de betreffende zaak was een bestuurder aansprakelijk gesteld voor de belastingschulden van zijn bv, omdat duidelijk was dat het niet-betalen van deze schulden aan hem te wijten was. De man had – terwijl hij de financiën van de bv beheerde – omzet verzwegen, zwarte lonen uitbetaald, en geen of te lage aangiften loonbelasting en omzetbelasting ingediend. Toen de bv de naheffingsaanslagen niet kon betalen, werd de bestuurder dan ook aansprakelijk gesteld voor de openstaande bedragen. Daarnaast stelde de inspecteur hem ook aansprakelijk voor de invorderingsrente en de invorderingskosten, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit niet terecht hoefde te zijn. Het feit dat de man schuldig was aan de feiten waarvoor de naheffingsaanslagen waren opgelegd, betekende niet automatisch dat het niet-betalen van de naheffingsaanslagen ook aan hem te wijten was. Dit kon ook andere oorzaken hebben, zoals liquiditeitsproblemen (bij de bv) die niet waren toe te rekenen aan de bestuurder. De man mocht daarom niet ‘automatisch’ aansprakelijk worden gesteld voor de invorderingsrente en –kosten.
Wet: artikel 32 en 36 IW
Meer informatie: Hoge Raad, 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:23
Geef een reactie