Is geen aangifte van schenking van buitenlands vermogen gedaan en was de inspecteur van de vermogensoverdracht van dit vermogen niet op de hoogte? Dan vangt de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar aan op de dag na de dag van inschrijving van de akte van overlijden van de schenker of begiftigde.
Een moeder schonk op 17 januari 1997 aan haar dochters een bedrag van € 211.099 (ƒ 465.200) vrij van recht van schenking. Hiervan deed de moeder begin 1998 aangifte en in april 1998 ontvingen ieder van haar dochters een aanslag van € 35.134 (ƒ 77.425). Een van de dochters deed in 2014 een beroep op de inkeerregeling. Daaruit kwam naar voren dat de dochters naast voormelde schenking ook nog een schenking hadden ontvangen afkomstig van tegoeden op een Zwitserse bankrekening. Deze schenking bedroeg € 419.747 (ƒ 925.000) en hiervan was geen aangifte gedaan. Met dagtekening 22 december 2015 had de inspecteur een navorderingsaanslag recht van schenking opgelegd. In geschil was of deze aanslag tijdig was opgelegd.
Wel of geen aangifte gedaan?
Een dochter stelde dat tijdig aangifte voor het recht van schenking was gedaan, alleen voor een te laag bedrag. De inspecteur was van mening dat geen aangifte was gedaan van de schenking van het Zwitserse vermogen. In dat geval begint de bijzondere navorderingstermijn van 12 jaar te lopen vanaf de eerste dag na de dag van inschrijving van de overlijdensakte van de moeder. De moeder was in 2004 overleden en dan zou de navorderingsaanslag wel op tijd zijn opgelegd. De vraag was of met de aangifte van begin 1998, ook aangifte was gedaan van de schenking van het Zwitserse vermogen. Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:269 oordeelde dat het de bedoeling van de wetgever was om de navorderingstermijn van 12 jaar te verlengen indien de inspecteur niet op de hoogte was of kon zijn van een schenking. De inspecteur was volgens de rechtbank bekend met de aangegeven schenking vrij van schenkingsrecht. De inspecteur had echter geen weet van de vermogensoverdracht van het Zwitserse vermogen en kon dat ook niet weten. Onder die omstandigheden ving de termijn voor het opleggen van de navorderingsaanslag aan op de eerste dag na de dag van inschrijving van de akte van overlijden van de moeder. In sprongcassatie heeft de Hoge Raad de uitspraak van de rechtbank bevestigd dat van de schenking van het Zwitserse vermogen geen aangifte was gedaan. De aanslag was binnen de twaalfjaarstermijn en dus tijdig opgelegd.
Wet: Art. 66 SW 1956 en 16 AWR
Meer informatie over schenken aan kinderen
Om u tijd te besparen bij advisering over schenken aan kinderen, is er de Toolkit Schenken aan kinderen. Deze Toolkit bevat precies de tools en documentatie om uw cliënt praktijkgericht te kunnen adviseren. U kunt direct aan de slag en de aandacht richten op uw cliënt. Wilt u weten meer weten over de inhoud van deze Toolkit? Klik hier voor een volledig overzicht.
> BESTELLEN
Meer informatie: Bron: Hoge Raad 10 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2840
Geef een reactie