Uitgaven ter behoud van een vliegbrevet van een werkloze piloot worden niet gedaan in het kader van een nieuwe opleiding en zijn om die reden niet aftrekbaar voor de inkomstenbelasting, aldus Rechtbank Den Haag.
Een man die na het succesvol afronden van zijn opleiding tot verkeersvlieger nog geen baan had gevonden, deed uitgaven ter behoud van zijn vliegbrevet. Hij trok deze uitgaven als studiekosten af bij zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur had dat terecht gecorrigeerd, oordeelde Rechtbank Den Haag. Om in de inkomstenbelasting studiekosten te kunnen aftrekken geldt de eis dat een opleidingstraject wordt gevolgd en dat de uitgaven daarmee direct verband houden. Als de man bijvoorbeeld had doorgeleerd voor een nieuw type vliegtuig had hij de kosten in aftrek kunnen brengen. Nu hij geen nieuw leertraject volgde, was dat niet meer het geval. Rechtbank Den Haag verklaarde zijn beroep ongegrond.
Werkgevers kunnen (studie)kosten van hun werknemers ruimer vergoeden onder de werkkostenregeling. Wilt u meer weten over de WKR om hen hierover te adviseren? Bestel dan de Toolkit WKR.
Wet: artikel 6.27, eerste lid, Wet IB 2001 (tekst 2013)
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 5 april 2016 (gepubliceerd 16 juni 2016), ECLI:NL:RBDHA:2016:3831
Geef een reactie