Als een koopovereenkomst ontbonden wordt omdat de verkoper een beter aanbod krijgt van een andere partij, kan de koper de fiscus verzoeken om teruggaaf van de eerder voldane overdrachtsbelasting. Maar dan moet de koper wel aannemelijk maken dat de toestand van voor de verkrijging zowel feitelijk als rechtens is hersteld.
Een bv kocht in 2011 een pand van een vennootschap waarin zij aandelen hield. Zij betaalde daarvoor € 150.000 en voldeed € 2.920 overdrachtsbelasting. De verkoper hield zich het recht van gebruik tot 30 juli 2021 en was daarvoor aan de koper een eenmalige korting van € 6.228 op de koopsom verschuldigd. Dit bedrag was direct met de koopprijs verrekend. De partijen kwamen overeen dat de koopovereenkomst ontbonden zou worden als de verkoper een beter aanbod zou krijgen van een andere partij. Het pand werd in 2013 voor € 152.000 verkocht aan een andere partij. De verkoper deed een beroep op de ontbindende voorwaarde en betaalde de koopsom van € 150.000 terug aan belanghebbende. Maar belanghebbende betaalde het bedrag van € 6.228 niet terug. Dit was ook precies de reden waarom de fiscus haar verzoek om teruggaaf van overdrachtsbelasting afwees. Volgens de rechtbank bestond er een direct verband tussen de betaling van het bedrag van € 6.228, de huurverplichtingen en de koop. Bij de ongedaanmakings-verplichtingen paste volgens de rechter ook ongedaanmaking van die betaling, ten minste naar evenredigheid van de resterende huurperiode. Nu die betaling niet ongedaan was gemaakt, was de feitelijke situatie van de partijen niet zo veel mogelijk in de oude situatie hersteld. De bv voldeed dus niet aan alle voorwaarden voor teruggaaf van overdrachtsbelasting.
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 12 februari 2015 (gepubliceerd op 27 februari 2015), ECLI:NL:RBGEL:2015:891
Geef een reactie