Het CV-besluit van 11 januari 2007 (CPP206/1869M) is geactualiseerd in verband met een goedkeuring bij het toestemmingsvereiste en bij het stapelen van personenvennootschappen. Daarnaast is een nieuw standpunt opgenomen over de juridische (af)splitsing.
Indien een commanditaire vennootschap (CV) niet als besloten kwalificeert, hoeft geen Vpb te worden betaald. Hiervan is sprake als alle beherende en commanditaire vennoten afzonderlijk toestemming verlenen voor de toetreding of vervanging van commanditaire vennoten. In het nieuwe besluit (BLKB2015/1209M) keurt staatssecretaris Wiebes goed dat de toestemming ook nog achteraf kan worden gevraagd en verleend. Wel onder voorwaarde dat de toestemming bij vergissing en incidenteel niet voorafgaand aan de vervanging of toetreding is gevraagd.
In een situatie waarbij een besloten CV A beherend of commanditair vennoot is van een besloten CV B, het zogenoemde stapelen, heeft de staatssecretaris onder voorwaarden goedgekeurd dat voor de toetreding en vervanging van commanditaire vennoten in CV B alleen de beherend vennoot van CV A toestemming hoeft te geven naast de overige vennoten van CV B (enkelvoudig toestemmingsvereiste).
Tot slot is in het nieuwe besluit opgenomen dat aan het toestemmingsvereiste ook moet worden voldaan indien een commanditaire participatie wordt verkregen in het kader van een juridische (af)spliting als bedoeld in art. 2:334a BW (en niet alleen in geval van een juridische fusie).
Meer informatie: Besluit van 15 december 2015, nr. BLKB2015/1209M
Geef een reactie