De staatssecretaris heeft een nieuw besluit uitgebracht over de toepassingen van artikel 9, 10 en 15 van de Successiewet 1956. Dit besluit vervangt het besluit van 4 april 2012, nr. BLKB2012/103M.
Het besluit bevat een aantal goedkeuringen, die eerder zijn gedaan tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Overige fiscale Maatregelen 2012 en in het kader van het wetsvoorstel tot wijziging van de SW en enige andere belastingwetten. Het is de staatssecretaris gebleken dat deze nog niet algemeen bekend zijn. Deze goedkeuringen werken terug tot en met 1 januari 2010. Het betreft (1) de bijschrijving van rente op grond van een renteclausule, (2) de vererving bij samenwoners met kinderen, (3) de ongedaanmaking van de wettelijke verdeling of ouderlijke boedelscheiding door de langstlevende voor een vruchtgebruik en (4) de rente die wordt bijgeschreven over een vordering in de zin van artikel 10, lid 6 SW.
Tegemoetkoming
Daarnaast zijn twee nieuwe onderdelen opgenomen in het besluit, over bepaalde gevallen waarin de staatssecretaris bereid is een tegemoetkoming te geven voor de overdrachtsbelasting en schenkbelasting. Dit betreft een regeling voor niet (tijdig) betaalde huurtermijnen bij de toepassing van artikel 10 SW en de ongedaanmaking van een afstand van vruchtgebruik in gevallen waarin ouders afstand hebben gedaan van het recht van vruchtgebruik van de woning in de veronderstelling dat geen overgangsregeling zou worden getroffen voor woningen die zijn overgedragen vóór 1 januari 2010.
Ook regelt dit besluit dat voor de toepassing van artikel 15 SW de vordering die ontstaat door een niet uitgevoerd periodiek Amsterdams verrekenbeding, niet wordt aangemerkt als geldlening.
Meer informatie: Besluit 18 oktober 2016, nr. BLKB2016/130M (Staatscourant 1 november 2016, nr. 57602)
Geef een reactie